Als je alle examenstof hebt geleerd kun je: in contexten analyseren dat keuzes en ruil die plaatsvinden worden gecoördineerd via de markt. Prijsvorming is het coördinatiemechanisme waarmee vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd. De manier waarop prijsvorming plaatsvindt, is afhankelijk van de marktstructuur (marktvormen) en heeft gevolgen voor toetreding, welvaart en economische politiek. |
De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
Onderwerpen en begrippen |
Dit weet ik |
(collectieve) vraaglijn, (collectieve) aanbodlijn |
|
prijsverandering |
|
verschuiving van de collectieve aanbodlijn, verschuiving van de collectieve vraaglijn |
|
marktmodel, vraag, aanbod, marktprijs |
|
volledige mededinging / volkomen concurrentie |
|
marktmechanisme, marktevenwicht | |
marktvormen (marktkenmerken), homogeen goed, heterogeen goed, toetredingsbarrières, transparantie marktaandeel, marktmacht |
|
monopolistische concurrentie, oligopolie, duopolie, monopolie |
|
hoeveelheidsaanpasser, prijsnemer, (beperkt) prijszetter |
|
kostenstructuur, opbrengsten van ondernemingen |
|
afzet, omzet, totale opbrengsten (TO), verkoopprijs (P) |
|
gemiddelde opbrengst (GO), marginale opbrengst (MO), (gemiddelde) constante kosten (GCK/CK), (gemiddelde) variabele kosten (GVK/VK), (gemiddelde) totale kosten (GTK/TK), marginale kosten (MK) |
|
proportioneel, progressief en degressief |
|
consumentengedrag, betalingsbereidheid |
|
prijselasticiteit van de vraag, inkomenselasticiteit van de vraag |
|
complementaire goederen, substitutiegoederen |
|
segmentelasticiteit |
|
normale goederen, inferieure goederen, noodzakelijke goederen, primaire goederen, luxe goederen |
|
consumentensurplus |
|
producentengedrag, resultaat (winst, verlies), kostendekkend | |
(maximale) winst, (maximale) opbrengst, marktaandeel, kostendekking, continuïteit | |
prijsdiscriminatie, productdifferentiatie | |
duopolie, | |
break-even-afzet | |
marktfalen, overheidsingrijpen, welvaart | |
positieve effecten, negatieve externe effecten, onvolledige mededinging, onvolkomen concurrentie, marktmacht | |
minimumprijs, maximumprijs, kostprijsverhogende belastingen, kostprijsverlagende belastingen, productiequota | |
vraag naar arbeid, aanbod van arbeid, werkloosheid, prijs van arbeid (uurloon), vaste contracten, flexibele contracte | |
arbeidsmarktinstituties, vakbonden, werkgeversorganisaties, minimumloon, cao’s | |
contractvormen |