1.Bekijk de video Klokhuis 'Sprookjes' vanaf: "het begin totaan minuut 8.50".
Maak ook aantekeningen.
Klik op de link hieronder.
schooltv.nl/video/het-klokhuis-sprookjes/
2. Lees nu onderstaande tekst over sprookjes.
De geschiedenis van sprookjes
Betekenis
Wat zijn sprookjes? Het woord ‘sprookje’ komt van het middeleeuwse woord ‘sproke’. Dit woord betekent: verhaal (of vertelling). De meeste sprookjes zijn dan ook in die tijd ontstaan, al bestaan er ook nog veel oudere sprookjes.
Ontstaan
De meeste sprookjes zijn ontstaan vanaf ongeveer 1500, maar in andere landen waren er al sprookjes van voor onze jaartelling, bijvoorbeeld de sprookjes uit ‘Duizend en één nacht’ verteld door Sjeherazade. (bijvoorbeeld Aladin).
De eerste sprookjes werden mondeling doorverteld. In die tijd konden namelijk niet veel mensen lezen en schrijven. Zeker arme mensen niet. Vroeger was het echte leven vaak hard en moeilijk. Vooral voor de arme mensen. De dood (bijvoorbeeld door hongersnood of ziekte) lag altijd op de loer. Door het luisteren naar sprookjes kregen ze een beetje hoop. Want in sprookjes wordt het slechte gestraft en het goede beloond. Ook figuren waar wij nu niet meer in geloven (geesten, duivels, heksen) waren voor de mensen in die tijd heel geloofwaardig.
Doordat deze verhalen steeds maar werden doorverteld, van generatie op generatie, wist men vaak niet eens wie het verzonnen had. Ook werden ze steeds veranderd.
Er waren heel vroeger zelfs speciale sprookjesvertellers. Die reisden het land door en vertelden hun sprookjes op kastelen, marktpleinen en bij kampvuren van reizigers.
Volkssprookjes en Cultuursprookjes
We noemen dat soort doorvertelde sprookjes ‘volkssprookjes’. Later beginnen mensen ze te verzamelen en (op) te schrijven. Als we wel weten wie het sprookje geschreven heeft, noemen we dat een ‘cultuursprookje’. Een bekend voorbeeld is de Deense sprookjesschrijver Hans Christian Andersen, waarover je later meer leest.
Niet voor kinderen?
Sprookjes waren in het begin niet voor kinderen bedoeld. Vaak waren het verhalen voor volwassenen, waarin een wijze les verborgen zat. Waar mensen iets van moesten leren. Sprookjes moesten ook een waarschuwing zijn voor kinderen, om ze op het rechte pad te houden. “Pas op, want anders ….!” Sprookjes waren in het begin ook veel gruwelijker, het liep niet altijd goed af. In de eerste versie van ‘Roodkapje’ gaat het arme kind dan ook dood!
De sprookjes die jij misschien het beste kent zijn de sprookjes die vaak beginnen met de woorden: “Er was eens ….”.
Verhalen vol avontuur, fantasie, magie (toveren) en wonderlijke wezens die alleen in sprookjes kunnen bestaan, zoals reuzen, kabouters, elfjes, heksen en feeën, boze stiefmoeders, sprekende dieren, betoverde kastelen en ga zo maar door. Daarnaast komen in de meeste sprookjes hoofpersonen als jonge mensen en/of kinderen voor.
In sprookjes komen allerlei verschillende onderwerpen en voorwerpen voor.
In de Middeleeuwen was het heel gevaarlijk om zomaar in het openbaar kritiek te uiten. Je riskeerde lange gevangenisstraf of zelf je leven als je een andere mening had dan die van de koning. Daarom gingen de schrijvers hun kritiek verstoppen in fabels. In fabels spelen dieren een hoofdrol, die kritiek hebben, iets bespottelijk maken of ons een wijze les proberen te geven. En dieren kun je natuurlijk niet in de gevangenis stoppen. Maar eigenlijk zijn het dus mensen die kritiek hadden.
Sprookjesschrijvers
Charles Perrault was een Frans schrijver uit de 17e eeuw. Hij schreef een aantal bekende sprookjes, die hij de ‘Sprookjes van Moeder de Gans’ noemde. Bekende sprookjes van Perrault zijn bijvoorbeeld: Assepoester, Klein Duimpje, Roodkapje, De gelaarsde kat, De schone slaapster en Blauwbaard.
Jacob en Wilhelm Grimm waren twee Duitse broers. Ze verzamelden in de 19e eeuw een enorme hoeveelheid sprookjes en volksverhalen. Wel achttienhonderd. Er wordt wel eens verteld dat ze samen lange reizen maakten en overal naar sprookjes luisterden en die dan opschreven. Maar dat is niet waar, de verhalen werden naar ze opgestuurd, meestal door deftige dames. Bekende sprookjes van Grimm zijn: Sneeuwwitje, Hans en Grietje, De wolf en de zeven geitjes, Het dappere kleermakertje, De Bremer Stadsmuzikanten.
Hans Christian Andersen (1805-1875) was een bekende Deense dichter en schrijver uit de 19e eeuw. Net als Charles Perrault is hij het meest bekend geworden door zijn sprookjes. Bekende sprookjes van Andersen zijn: Het lelijke jonge eendje, De kleine zeemeermin, De prinses op de erwt, De rode schoentjes, De Chinese nachtegaal, De nieuwe kleren van de keizer en Het meisje met de zwavelstokjes.