7. Gewervelden

Gewervelden.

De gewervelden hebben allemaal een wervelkolom die is opgebouwd uit wervels. We verdelen de afdeling gewervelden in vijf groepen. Vissen, amfibieƫn, reptielen, vogels en zoogdieren.

Beenderstelsel met wervelkolom.

De vijf groepen gewervelden zijn van elkaar te onderscheiden door de volgende kenmerken:

- De huid. Die kan bedekt zijn met schubben, slijm, veren of haren.

- De lichaamstemperatuur.  Bij warmbloedige dieren is deze altijd even hoog (constant). Bij koudbloedige dieren is de lichaamstemperatuur gelijk aan de omgeving en dus niet constant.

- De ademhalingsorganen. Gewervelden kunnen ademhalen met kieuwen of met longen. Sommigen ook via de huid.

- De voortplantingsmanier. Veel gewervelden leggen eieren. Deze eieren kunnen verschillen. Er zijn eieren zonder schaal, met leerachtige schaal en met harde kalkschaal. Bij sommige gewervelden komen de jongen niet uit eieren, maar worden levend uit de moeder geboren. We noemen dit levendbarend.

- Het leefmilieu. Er zijn dieren die voornamelijk op het land leven. Anderen leven in het water. Sommigen kunnen op het land en in het water leven. Er zijn uitzonderingen. Zo leven bijna alle zoogdieren op het land, er zijn echter ook zoogdieren die in het water leven.

 

 

huid

temperatuur

ademhaling

voortplanten

leefmilieu

vissen

schubben met slijm

koudbloedig

kieuwen

eieren zonder schaal

water

amfibieƫn

huid met slijm

koudbloedig

longen en huid

eieren zonder schaal

water en land

reptielen

droge schubben

koudbloedig

longen

eieren met leerachtige schaal

land

vogels

veren

 

warmbloedig

longen

eieren met kalkschaal

land

zoogdieren

haren

 

warmbloedig

longen

levendbarend

land