Begrippen

Senaat:

De vergadering van de rijkste en belangrijkste Romeinse families die de Romeinse Republiek bestuurden

Consuls:

Belangrijkste bestuurders en legeraanvoerders in het Romeinse Republiek.

Republiek:

Een land dat bestuurd wordt door een of meer gekozen leiders. 

Romeinse Rijk:

Groot gebied dat ongeveer 300 v.C. tot 500 n.C werd bestuurd bamiot Rome. 

Bondgenootschappen:

Samenwerking men een ander volk of land 

Grootgrondbezitters:

Iemand die veel grond bezit en daardoor erg rijk en machtig is. 

Nobiles: 

De rijkste en belangrijkste mannen in Rome 

Proletariƫrs:

Een Romeinse burger die arm was en afhankelijk was van steun door de rijken en de machtigen 

Grieks-Romeinse cultuur:

De Romeinse manier van leven, met Griekse invloeden. 

Romanisering:

Het overnemen van de Romeinse cultuur door volken die in het Romeinse Rijk woonden. 

Burgerrecht:

Romeinse burgers hadden bepaalde voorrechten, zoals het recht om niet zonder proces veroordeeld te worden. 

Romeins recht:

Wetten in het Romeinse Rijk.