Lesmateriaal cursus 5.1

De grote oorlog:

De Eerste Wereldoorlog is de eerste grote oorlog waar wereldwijd miljoenen soldaten en burgers bij betrokken raakten. De ‘centralen’ (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk) stond tegenover de ‘geallieerden’ (Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland).  

Het oorlogsfront breide zich door tot in Afrika, Azië en het Midden-Oosten. Tijdens de eerste wereldoorlog deden ook landen mee die heel veel kolonies hebben. Soldaten over heel de wereld werden opgeroepen om mee te vechten tijdens de eerste wereldoorlog. In Frankrijk en België werd er gevochten vanuit loopgraven, die soldaten heel weinig bescherming gaf.  De soldaten liepen grote gevaren als ze de loopgraven moesten verlaten. De vijand viel ze dan gelijk aan. Duizenden soldaten verloren hierdoor hun leven.

Nederland bleef tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal. Nederland is nou eenmaal een klein land en is veel te zwak om tegen de buurlanden te vechten. Nederland was ook bang om zijn kolonies te verliezen door de oorlog. Ook België wou neutraal blijven, maar helaas lukte het hun niet. De Duitse leger viel België aan om zo snel mogelijk naar Parijs te gaan. Neutraal blijven was best moeilijk. Heel veel mensen vluchtte tijdens de oorlog naar Nederland waar ze werden opgevangen in kampen. Door de eerste wereldoorlog had ook Nederland last van werkloosheid en armoede.

Welvaart en economische crisis:

Na de eerste wereldoorlog waren de problemen in Europa nog niet voorbij. Het ging slecht met de economie omdat vele bedrijven en kolenmijnen verwoest waren. In 1920 begon het steeds stap voor stap beter te gaan met de economie. De mensen begonnen steeds meer optimistischer te worden en kochten spullen. Vooral in de Verenigde Staten draaide de economie heel erg goed. Mensen kregen daar veel geld en mensen gaven dit weer uit. Zelfs als je niet veel geld verdiende om allemaal dingen te komen, dan kon je bij de bank geld lenen. Aan alle welvaart kwam er plotseling een einde. Veel mensen begonnen schulden te krijgen die ze niet meer teug konden betalen. Bedrijven gingen minder produceren en moesten steeds meer personeel gaan ontslaan. De mensen die geen werk meer hadden, hadden ook geen meer om producten te kopen. Fabrieken gingen failliet en er was sprake van werkloosheid. Doordat er vele landen dezelfde problemen hadden, werd het ook wel de wereldcrisis genoemd.  

De crisisjaren - Canon van Nederland

Hoe kwam Hitler aan de macht?

De economische crisis raakte de Duitsers het ergst. Zij hadden de schuld gekregen van de Eerste Wereldoorlog. Als straf moesten zij schadevergoeding betalen. Duitsland mocht ook geen groot leger meer hebben. Deze straf hebben ze van de geallieerden gekregen in het Vredesverdrag van Versailles. Ze konden in 1923 de schulden niet meer betalen aan Frankrijk. Frankrijk bezette toen het Ruhrgebied. Dit was voor de Duitsers een zware vernedering. De Duitsers had daarom behoefte in een sterke leider die het land zou redden en verbeteren. Adolf Hitler was de leider van de NSDAP, dit is een afkorting van de politieke partij Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij. Adolf Hitler beloofde het volk allemaal dingen zoals dat er einde gaat komen aan de werkloosheid. Ook vertelde hij het volk dat hij van Duitsland weer een trots en machtig land gaat maken. Mensen geloofde in zijn worden en zo stemden de meeste mensen voor de NSDAP. De leden van de NSDAP worden ook wel de Nazi’s genoemd. Dit is een afkorting van Nationaal-socialisten. De NSDAP werd de grootste politieke partij in Duitsland, hierdoor werd Hitler minister-president van Duitsland. Nadat Hitler aan de macht kwam, werd Duitsland een dictatuur. Hitler wou van Duitsland een machtig land maken en dit zou hij alleen kunnen doen door het geleende geld terugbetalen door de veroverde landen belasting te laten betalen. Duitsland stuurde aan op een nieuwe oorlog. De Duitsers kregen de schuld van de Eerste Wereldoorlog en dit zouden ze nooit vergeten.

Adolf Hitler - Wikipedia