Wat kan ik straks?
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- in je eigen woorden uitleggen waarom in het vak economie kiezen centraal staat.
- (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat het verschil is tussen primaire en secundaire producten.
- in eigen woorden uitleggen wat koopgedrag is.
- minimaal drie factoren noemen die van invloed zijn op je koopgedrag.
- door een voorbeeld te geven het verschil tussen commerciële en ideële reclame duidelijk maken.
- twee verschillende redenen om te sparen noemen.
- het begrip sparen omschrijven en uitleggen dat sparen geld kost.
- uitrekenen hoeveel procent rente je moet betalen.
- een leentabel lezen.
- in je eigen woorden uitleggen wat beleggen en speculeren is.
- omschrijven wat de risico’s zijn van beleggen en speculeren.
- rekenen met percentages.
- uitleggen wat gokken en wedden is.
- voorbeelden geven van gokken en wedden.
- in je eigen woorden uitleggen wat cryptocurrencies zijn.
- uitleggen wat de overeenkomsten zijn van gokken, wedden en handelen met cryptocurrencies.
- omschrijven wat de risico’s zijn van gokken, wedden en handelen in cryptocurrencies.
- in je eigen woorden uitleggen wat verslaving is.
Maak de volgende oefening.