Start
Begin deze les over kleuren met een aantal eenvoudige vragen, zoals:
Wat denk je bij een blauwe appel?
Welk gevoel krijg je bij de kleur rood?
Waaraan denk je bij pastelkleuren, zoals lichtblauw of lichtroze?
Leg uit
Zoals je al ziet bij de vragen die net gesteld werden, hebben we bepaalde gevoelens
en ideeën bij kleuren. Kleuren zijn dan ook een belangrijk stijlmiddel in de beeldende kunst.
Welke kleuren je gebruikt in je kunstwerk, heeft veel invloed op het resultaat.
Je kunt op verschillende manieren naar kleuren kijken. We noemen er vier:
Natuurlijk of niet-natuurlijke kleuren. Een blauwe appel vinden we misschien vreemd, maar een rode, groene of gele appel vinden we normaal (realistisch).
Ongemengde (hoofd-)kleuren en gemengde kleuren. De basiskleuren, ook wel primaire kleuren genoemd, zijn rood, geel en blauw. Bijna alle andere kleuren kunnen met deze drie kleuren gemaakt worden! Bijvoorbeeld blauw+geel wordt groen en rood+blauw wordt paars.
Felle kleuren en zachte kleuren of pasteltinten.
Warme kleuren en koude kleuren. Sommige kleuren associeer je met warmte, zoals rood en geel, andere kleuren meer met koude, zoals blauw en groen.
Aan de slag
Verdeel de klas weer in groepjes. Deel de kwartetspellen en Opdrachtvel 2c uit. Leerlingen
werken aan hun eigen opdrachtvel, maar kunnen in hun groepje overleggen.