Les 1

Start
Het thema van deze lessen is illustraties, tekeningen en spotprenten. Tekeningen kennen alle leerlingen – die maakten ze immers zelf al als kind. Begin de les daarom met een associatierondje over tekeningen. Waaraan denken de leerlingen bij het woord tekeningen? Hebben tekeningen iets met kunst te maken, of kan iedereen tekenen?

Ga dan verder met: wat is eigenlijk het verschil tussen tekeningen en illustraties?

Lees en bespreek de volgende uitspraak, van tekenaar Karel Kindermans: “Er is een verschil tussen tekenen en illustreren. Een geslaagde tekening en een goede illustratie zijn twee verschillende dingen: Een tekening wil gezien worden en een illustratie wil iets laten zien. In mijn tekeningen zijn de sporen van het proces nog zichtbaar. In een illustratie moet alles de communicatie versterken.”

Leg uit
Een illustratie kun je een ‘plaatje bij een praatje’ noemen. Een illustratie wordt gemaakt om de tekstuele boodschap uit te leggen of te versterken. Je kent misschien wel de uitdrukking ‘Een beeld zegt meer dan duizend woorden’; een goede illustratie kan dus een hele waardevolle aanvulling zijn op een tekst.

Lang geleden, toen de fotografi e nog niet was uitgevonden, waren getekende of geschilderde illustraties de enige mogelijkheid om een lezer te laten zien wat een schrijver bedoelde. Toen was het dan ook heel belangrijk dat illustraties er waarheidsgetrouw uitzagen, bijvoorbeeld in encyclopedieën.

Tegenwoordig mag een illustratie ook wat speelser of kunstzinniger zijn. In kinderboeken wordt vaak gebruik gemaakt van illustraties, maar ook tijdschriften laten vaak illustraties maken bij artikelen. Belangrijk is wel dat de tekst en het plaatje goed op elkaar aansluiten. Schrijver en illustrator werken dan ook meestal samen aan het eindresultaat. In rechtbanken mag bijvoorbeeld niet gefotografeerd worden. Er worden daarom illustraties gemaakt van rechters, advocaten en verdachten.

Tekeningen horen niet per se bij een tekst, maar staan op zichzelf. Een tekening kan, net als een schilderij, een zelfstandig kunstwerk zijn. Tekeningen worden voornamelijk met (kleur)potlood of met houtskool gemaakt. Dit in tegenstelling tot de verschillende soorten verf die in de andere lessen aan de orde zijn gekomen.

Aan de slag
Verdeel de klas in groepjes en deel de kwartetspellen uit. Laat de leerlingen de kaarten met illustraties/tekeningen eruit zoeken. Let op: het gaat vandaag niet om de spotprenten. De categorieën staan aangegeven op de kwartetkaarten, mocht er verwarring ontstaan. Deel Opdrachtvel 8a uit. Bespreek kort de afbeeldingen die de leerlingen voor zich hebben. Sommige afbeeldingen zijn abstract, sommige zijn meer waarheidsgetrouw. Leg het verschil uit. Laat de leerlingen in groepjes aan de opdrachten werken.

Afsluiting
Bespreek de opdrachten.