Maak een woordweb met als uitgangspunt (dus het middelste rondje) "Levenskenmerken". Maak een poot voor ieder van de zes levenskenmerken en laat zien door welke orgaanstelsels het levenskenmerk wordt uitgevoerd.
Maak een begrippenlijst waarin je laat zien, dat je onderstaande begrippen goed kunt uitleggen: