Konijnen zijn echte groepsdieren. Ze leven niet graag alleen: houd daarom minstens twee konijnen samen in een voldoende groot hok. Konijnen kun je binnen of buiten houden. Wil je ze buiten houden, dan heb je een hok nodig met een flinke ren eraan vast. Een deel van het hok moet afgesloten en water- en winddicht zijn zodat het als nachthok en schuilplek tegen weersomstandigheden kan dienen.
Binnenhok
Dwergkonijnen hebben minimaal 0,3 m2 oppervlakte per kilo lichaamsgewicht nodig.
Konijnen vanaf 1 tot 3 kilo hebben minimaal 0,3 m2 oppervlakte per kilo lichaamsgewicht nodig.
Konijnen vanaf 3 tot 5 kilo hebben minimaal 0,35 m2 oppervlakte per kilo lichaamsgewicht nodig.
Konijnen zwaarder dan 5 kilo hebben minimaal 0,4 m2 oppervlakte per kilo lichaamsgewicht nodig.
Als bodembedekker in het hok is een laag kranten met daarop stro geschikt. Je kunt ook een onderlaag van bodemmateriaal op basis van maïs, strokorrels of hennep gebruiken. Zaagsel wordt ook veel gebruikt maar pas op dat het niet stoffig is.
Uitloop
Geef de konijnen ook een vrije uitloop naar buiten. Zorg in de uitloop voor een ondergrond van bijvoorbeeld deels tegels, deels zand of gras, en graaf aan de zijkanten het gaas tenminste 50 centimeter in de grond. Zorg er ook voor dat er geen roofdieren zoals katten, vossen, bunzings of roofvogels van bovenaf in de uitloop kunnen komen! En dat er schaduw is.
Houd voor een konijn van het dwergras minimaal 1,2 m2 per dier aan als oppervlakte van de uitloop. Een klein ras heeft minimaal 1,5 m2 per dier nodig. Een middenras heeft minimaal 2,0 m2 per dier nodig en grote rassen hebben minimaal 2,5 m2 per dier nodig.