Een konijn is een planteneter en heeft heel veel vezels nodig. Die zitten vooral in ruwvoer zoals hooi. Geef je konijn daarom elke dag onbeperkt vers hooi. Stro bevat ook veel vezels, maar heeft minder voedingswaarde. Ook in gras en groenten zitten vezels, wen het konijn hier langzaam aan om diarree te voorkomen. Niet elke groente is geschikt. Van gasvormende groenten zoals kolen of prei kan je konijn erg ziek worden. Witlof, andijvie, wortelloof, radijsblad of een stukje wortel zijn, mits langzaam aangewend, wel prima groenten voor je konijnen. Fruit en droog brood zijn weliswaar lekker, maar dikmakers. Daarnaast bevatten ze veel suikers die niet goed door het maag-darmkanaal verwerkt kunnen worden.
Het gezondst is het om, naast hooi, hardvoer te geven. Bij de dierenspeciaalzaak is biks (brokjes) en gemengd konijnenvoer te koop. Een groot voordeel van biks is dat het konijn alle voedingsstoffen binnenkrijgt in de juiste verhouding, omdat het konijn er niet de lekkerste dingen uit kan pikken. Houd wel in gedachten dat hooi het hoofdvoedsel moet zijn.
Geef een volwassen konijn 20 gram brokjes per kilo lichaamsgewicht per dag zodat het konijn niet te dik wordt. Een actief buitenkonijn heeft meer voer nodig dan een rustig binnen konijn. Weeg het konijn eventueel om zijn gewicht bij te houden.
Konijnen eten een deel van hun keutels, de zogenaamde blindedarmkeutels, direct uit de anus op. In deze ontlasting zitten onmisbare voedingsstoffen. Vind je deze zachte, glimmende trosjes keutels vaak terug in het hok, dan is de kans groot dat jouw konijn teveel voer krijgt.
Konijnen vinden het lekker om op takken te knagen, bijvoorbeeld van wilgen. Dit geeft ze wat te doen, het is goed voor de tanden en het levert extra vezels op. Geef het konijn geen knaagsteen, deze bevat teveel kalk en kan blaasstenen veroorzaken.
Een konijn moet iedere dag vers water krijgen. Je kunt dit geven in een drinkflesje of in een stevige stenen bak.