Algemeen kiesrecht: Kiesrecht voor iedereen.
Feministen: Vrouwen (en soms ook mannen) die gelijke rechten voor mannen en vrouwen willen.
Kinderwetje: Eerste sociale wet uit 1874. Deze wet verbood fabrieksarbeid voor kinderen onder de twaalf jaar.
Leerplicht: Plicht van alle kinderen om tot een bepaalde leeftijd naar school te gaan.
Politieke partij: Groep mensen met dezelfde politieke ideeën die invloed wil op de overheid en meedoet aan verkiezingen.
Sociale wet: Wet waarmee de regering het leven van vooral arme mensen wil verbeteren.
Socialisten: Mensen die vinden dat de overheid iedereen die het moeilijk heeft, moet helpen.
Vakbond Vereniging van werknemers die zich inzet voor het verbeteren van omstandigheden voor arbeiders.
Cultuurstelsel: Regels die boeren in Nederlands-Indië verplichtten om producten zoals thee, koffie en tabak te verbouwen voor de handel met Nederland.
Imperialisme: Macht en aanzien van je land groter maken door meer gebieden te veroveren.
Nationalisme: Heel erg trots zijn op je eigen volk en land, en andere volken minachten.
Nederlands-Indië: Kolonie van Nederland in de negentiende eeuw, tegenwoordig Indonesië.