Dit hoofdstuk gaat over de veranderingen in Nederland in de negentiende eeuw. De industrie en koloniƫn brachten ons land veel rijkdom en wwelvaart. Maar niet iedereen profiteerde hiervan..............
De uitvinding van de stoommachine zorgde voor snelle veranderingen in de industrie. Er werden grote fabrieken gebouwd, waar veel mensen werkten. Met de verkoop van de fabrieksproducten verdienden fabriekseigenaren en kooplieden veel geld. Zij hadden een goed leven. Dit was voor de arbeiders wel anders. Werken in de fabriek was ongezond, en de armoede onder de arbeiders was groot.
De regering deed hier niets aan. Alleen de rijke mensen mochten stemmen. Arbeiders gingen in de negentiende eeuw strijden voor kiesrecht; het recht om te stemmen bij de verkiezingen. Dit was de enige manier om ervoor te zorgen dat er mensen in de regering kwamen die iets aan de problemen konden doen.