1.6 Netwerk

Netwerken is voor veel leerlingen niet lastig. Die hebben namelijk veel familie, vrienden en contacten op sociale media. Alle mensen die jij kent vormen samen jouw netwerk. Een netwerk kan heel erg waardevol zijn. De mensen die bij jou in het netwerk zitten kunnen namelijk veel invloed op jou hebben, daarnaast zijn dit de mensen waar je vaak terecht kunt voor hulp. Het kennen van de “juiste” mensen kan je kansen bieden die anderen niet hebben.

Maar hoe weet je of je de juiste mensen kent? En wat als je deze niet kent? Om antwoord te kunnen geven op dit soort vragen is het belangrijk om te weten:

Buiten dat iemand je kan helpen, moet diegene dat ook nog wel willen. Het is daarom belangrijk om je bewust te zijn hoe je relatie met deze persoon is:

  1. Ben je goede vrienden?
  2. Is het een buurman waar je altijd vriendelijk tegen bent?
  3. Is het een vage kennis en heb je eigenlijk geen contact meer?
  4. Ken je deze persoon wel maar ben je eigenlijk nooit zo vriendelijk tegen deze persoon?

Hoe beter de relatie hoe groter de kans is dat iemand zijn best wil doen om jou te helpen. Zorg er dus voor dat je probeert met de juiste mensen een goede relatie te onderhouden. Of voordat je om hulp vraagt de relatie te versterken.

Je netwerk inzetten voor LOB

Netwerken is een belangrijke loopbaancompetentie, zoals je hierboven hebt kunnen lezen. Bij Netwerken binnen LOB ga je met aan de slag met het opbouwen en onderhouden van contacten voor jouw loopbaanontwikkeling. Het is belangrijk dat jij je een goed netwerk hebt dat jou kan helpen bij het nemen van stappen in jouw loopbaan. Een netwerk kan gebruikt worden om kwaliteiten en motieven te achterhalen, maar ook voor het onderzoeken van werk of een opleiding. Een netwerk helpt ook bij het maken van de keuzes binnen jouw loopbaan.

Opdracht 1: Wie ken je?

Wie je kent en hoe je deze personen kent bepaald de kwaliteit van jouw netwerk. Daarom gaan jullie bij deze opdracht je netwerk in beeld brengen. Onder aan deze pagina staat een word document waarin je opdracht 1 en 2 kunt maken. Voor opdracht 1 staat er een tabel in dit documentje. In deze tabel ga je mensen die in jouw netwerk zitten opschrijven, daarnaast vertel je over deze mensen:

Opdracht 2: Wat kun je met je netwerk?

Om hulp vragen vind de een erg lastig en de ander vind dat heel normaal. Jouw netwerk kan heel veel waarde hebben als je deze goed inzet om jou te helpen. We gaan eerst eens even terugkijken hoe jouw netwerk jou in het verleden heeft kunnen helpen. Vervolgens ga je vooruit denken. Waar zou je in de toekomst hulp bij kunnen gebruiken? En wie zou je hier misschien bij kunnen helpen? Onderin in de bijlage vind je het documentje waarin je deze opdracht gaat maken.

Wie kent wie?

Jouw netwerk is waarschijnlijk groter dan je verwacht. Jij hebt in jouw netwerk familieleden, kennissen van ouders die waarschijnlijk een nog groter netwerk hebben. Soms kun je gebruik maken van andermans netwerken. Hierdoor kun je met de juiste mensen in contact komen. Hier kun je gebruik van maken als je zelf hulp nodig hebt bij een specifieke stap binnen jouw loopbaan. Stel je zoekt een stage plek bij de gemeente en je weer dat de buurman van je oom bij de gemeente werkt. Dan zou je kijken of je oom je met hem in contact kan brengen.

Netwerk onderhouden

Het is erg belangrijk om je te realiseren dat een netwerk goed onderhouden moet worden. Dit betekend dat je je sociaal opstelt, energie steekt in contacten onderhouden en anderen ook hulp bied als zij dit nodig hebben.

1.6 Netwerken - Opdracht 1 en 2