Domein A: Historisch besef A4 Verandering en continuïteit
Je kunt:
in historische processen de samenhang tussen veranderingen en continuïteit beschrijven.
de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven.
verschillende soorten historische verandering onderscheiden.
door het onderscheiden van continuïteiten van langere en kortere duur onderkennen hoe elementen afkomstig uit verschillende tijdvakken zich gelijktijdig in één tijdvak kunnen manifesteren (de gelijktijdigheid van het ongelijktijdige).
A5 Historische vraag en bronnen
Je kunt:
een vraag en een daarop aansluitende hypothese formuleren.
voor een vraag bruikbaar bronnenmateriaal verwerven en gegevens eruit selecteren.
Domein B: Oriëntatiekennis
Kun je bij een kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken.
Je kunt uitleggen dat de betekenis die aan tijdvakken wordt toegekend mede afhangt van de
tijd, plaats en omstandigheden waarin mensen zich met het verleden bezighouden.
In deze opdracht speelt het volgende kenmerkende aspect uit tijdvak 5 een rol:
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
Onderstaande kernbegrippen worden toegelicht in de begrippenlijst.