Thieme GPM thema 6
Netwerken:
Opdracht Netwerken:
Hoe begin je met netwerken?
Verken je eigen netwerk
Begin met rondkijken in je directe omgeving: familie, vrienden, (oud)klasgenoten, (oud)collega's, kennissen op sport of andere verenigingen.
Bepaal je netwerkdoel
Wat wil je bereiken met behulp van jouw netwerk? Je doel kan zo simpel zijn als 'drie nieuwe mensen leren kennen in mijn branche' of 'informatie inwinnen hoe het is om bij bedrijf X te werken'. Stel jezelf kleine doelen, zodat je meteen gericht aan de slag kunt gaan.
Maak een top tien
Je hebt je doel bepaald. Maak een top vijf van je contacten die je kunnen helpen met het behalen van jouw doel. Schrijf voor jezelf uit hoe deze mensen je zouden kunnen helpen, zodat je concreet hebt wat je van ze wilt vragen.
Contact leggen
Tijd om tot actie over te gaan! Direct op de man af vragen wat je van ze wilt zou kunnen werken, maar vaak is een subtiele manier wat slimmer. Ga even koffie drinken, samen lunchen of begin met een small talk telefoongesprek. Natuurlijk stuur je daarin naar het doel van het gesprek.
Ga het gesprek aan
Binnen het netwerken gaat het om jezelf profileren, informatie vragen, interesse tonen in de ander, tips en adviezen verzamelen. Netwerken is jezelf laten zien en informatie verzamelen. Met het stellen van de juiste vragen kan je een leuk gesprek aan gaan. Netwerken is dus niet direct vragen om een baan. Ga maar na, hoe vaak denk je dat je ‘Ja’ te horen zult krijgen op deze vraag? Als je vraagt om een baan, vraag je of de ander jouw probleem op wil lossen. Dat zorgt er vaak voor dat de ander minder bereidwillig is je te helpen.
Opdracht samenwerken met de omgeving:
Sociale kaart:
Social media:
Vergaderen:
Ondersteunende Opdrachten:
Netwerken: 1a,b 2a 3a,c 4c 5a 6a,b,c 8c
Sociale kaart: 9a,b,c
Collegiale consultatie: 10
Social media 10
Vergaderen: 11 12
Coördineren:
Opdracht Coördineren
Maak een plan hoe jij je collega’s wil aansturen tijdens een van de werkzaamheden (3 weken lang).
Verdeel de taken onder collega’s en leg uit waarom op deze manier.
Beleidscyclus: onderdelen, stappen en betrokken actoren
Ondersteunende Opdrachten:
Coördinator 11a,b,c 12a,b,c,d 13
Begeleiding stagiaire 17
Soorten begeleiding 18
Begeleidingsinstrumenten functioneren 19 20
Introductie nieuwe medewerker 22 a,b
Evaluatiegesprek 22c,d
Praktijkopleider 23
Begeleiding collega 24
Begeleiding vrijwilliger 25
Leiderschapsstijl 26,27,28,29,30
Leiderschapsstijlentest
Thema-opdrachten: Personeelsgesprekken
Netwerkdagboek
Eventueel :
Communicatie 1 2 3 4 5 6 7
Externe communicatie 8
Oudergesprek 9
Plan van aanpak 14
Incidenteel plan 15