Er zijn verschillende stijlen van gehechtheid;
Veilige gehechtheid;
Het kind zoekt contact me de hechtingspersoon, voelt zich veilig en ontdekt de omgeving actief vanuit zijn/haar veiligheid.
Kenmerk; huilen als de hechtingspersoon weggaat, maar snel weer getroost als deze terugkomt.
Vermijdende gehechtheid;
Het kind zoekt weinig contact met de verzorger, maar is wel actief en ondernemend. Hij/zij reageert niet zo op vreemde als op onbekende.
Kenmerk; huilen niet als de verzorgers weggaan en reageren heel traag als deze weer terug komen.
Angstige gehechtheid;
Er is sprake van een angstige hechtheid als de baby intensief contact zoekt met de verzorger, zich niet veilig voelt en erg *passief is. (*= niet zelf actief zijn)
Kenmerk; huilen niet als de verzorgers weggaan en reageren op de terugkeer met vastklampen en agressie.
Gedesoriënteerde of gedesorganiseerde gehechtheid;
De baby kijkt weg als hij door de verzorgers wordt geknuffeld en een 'glazige' blik in zijn/haar ogen kan hebben.
Kenmerk; reageren tegengesteld als veilig gehechte kinderen bij weggaan en terugkomen van de verzorger. Een (beetje) een ongeïnteresseerde blik en houding.