Opgaven 1 t/m 5

1H06.3 Hoeken meten - Opgaven 1 t/m 5 ...................................................................................

  Kennis over hoeken - I

Neem onderstaande zinnen over in je schrift en vul op .... het juiste begrip of aantal graden in.

  1. Een hoek tussen 0o  en 90o  noemen we een ....
  2. Een gestrekte hoek is precies .....o
  3. Een hoek van 90o noemen we een .....
  4. Een hoek tussen ... en .... noemen we een stompe hoek

 

  Kennis over hoeken - II

Je ziet driehoek ABC.

  1. Welke hoek is stomp?

 

 

 

  Kennis over hoeken - III

Bekijk de afbeelding hier naast.

Bij het meten van deze hoek wordt een fout gemaakt.
Schrijf in je schrift wat deze persoon verkeerd doet bij het meten van deze hoek.

 

Gebruik in je antwoord het begrip scherpe hoek of het begrip stompe hoek. Beide mag ook.

 

 

  Aflezen op de geodriehoek - I

Hier zie je een hoek A met daarop een geodriehoek.

  1. Wat voor soort hoek is hoek A? Kies uit: Rechte hoek, gestrekte hoek, scherpe hoek of stompe hoek.
  2. Nu je de vorm van de hoek heb bepaalt, weet je welk getal je van de driehoek moet aflezen. Hoeveel graden is de hoek?

 

 

 

 

  Aflezen op de geodriehoek - II

Lees de grootte van de volgende hoeken af, denk eerst na over de vorm van de hoek.

Driehoek A Lees het aantal graden af Driehoek B Lees het aantal graden af