Opgaven 7 t/m 9

1H06 Voorkennnis Opgaven 7 t/m 9......................................................

  Lijnen tekenen

Teken in je schrift  lijnstuk PQ van 6 cm lang.

Teken een loodrechte lijn op lijnstuk PQ in je schrift. Vergeet het loodrechttekentje niet.

Teken een evenwijdige lijn aan lijnstuk PQ in je schrift. Vergeet het evenwijdig tekentje niet.

 

 

  Assenstelsel

Teken de volgende punten in een assenstelsel.

A( 4 , 2),   B( -4 , 2),       C( 1, -2)     en   D( -2 , 4)

  1. Verbind punt A met punt B zodat lijnstuk AB ontstaat.
  2. Teken door C de lijn g evenwijdig aan lijnstuk AB.
  3. Teken door D de lijn k loodrecht op lijnstuk AB.

 

 

  Drie lijnen
  1. Teken een lijn a met een punt R op die lijn. Teken een punt S dat niet op lijn a ligt. Teken een lijn door punt S loodrecht op lijn a. Noem die lijn n.
  2. Teken een lijn door punt R loodrecht op lijn a . Noem die lijn t.
  3. Wat weet je nu van de lijnen n en t ?