1H6.3 Opgaven 6 t/m 11 .......................................................................................................
| 6 | ![]() |
Hoeken meten |
Op het werkblad is de volgende afbeelding afgedrukt.
Meet de hoek op. Noteer het antwoord in je schrift.
Maak gebruik van het hoekteken / A = ....
| 7 | ![]() |
Hoeken meten |
Op het werkblad is de volgende afbeelding afgedrukt. 
Meet de hoek op en noteer het antwoord in je schrift.
Maak gebruik van het hoekteken
| 8 | Hoek in een assenstelsel |
| 9 | ![]() |
Hoeken meten |
Op het werkblad is de volgende afbeelding afgedrukt. 
Meet in deze afbeelding alle hoeken op en noteer dit netjes in je schrift.
Maak ook nu weer gebruik van het hoekteken
| 10 | ![]() |
Hoeken meten in een driehoek |
Op het werkblad zie je de afbeelding van een driehoek. 
Om je te helpen hebben we enkele zijden van de driehoek alvast verlengd met een stippellijntje zo kun je gemakkelijker meten.
* Als je alle graden van de hoeken van je driehoek bij elkaar optelt moet je tot 180o. Dit is een handigheidje om te controleren of je het goed hebt gedaan.
| 11 | ![]() |
Hoeken meten in een driehoek |
Op het werkblad zie je de afbeelding van een driehoek. 
Lijn CD deelt deze driehoek in twee stukken. Daardoor worden hoek C en hoek D ook in twee stukken gesneden.
Je kunt dit zien aan en /
Meet alle hoeken met een * en noteer de graden netjes in je schrift.
Maak weer gebruik van het hoektekentje.