In deze paragraaf blikken we vast vooruit op de toekomst. We oefenen alvast een vaardigheid en breiden onze kennis over soorten hoeken uit. Dit komt later in het jaar en in klas 2 nog een keer aan bod.
UitlegOverstaande hoekenWanneer twee lijnen elkaar raken (snijden) ontstaan er verschillende hoeken. In de figuur hierboven zien we 2 lijnen die elkaar snijden. Er ontstaan dan 4 hoeken bij punt A. Een aantal van deze hoeken zijn even groot. Dit zijn de hoeken die tegenover elkaar liggen. We noemen het overstaande hoeken. Om het makkelijker te maken hebben we de hoeken een nummer gegeven. Hoek A1 is even groot als hoek A3. Dat noteren we zo: En zo is
Pas wel op. Hieronder zien we een voorbeeld waarbij de hoeken niet allemaal even groot zijn. Er zit als het ware een knik in de groen lijn! Hierdoor zijn de hoeken natuurlijk niet even groot.
|
..1. | Overstaande hoeken kleuren. |
..2. | Overstaande hoeken herkennen. |
..3. | Overstaande hoeken noteren. |
..4. | Overstaande hoeken berekenen. |
..5. | Berekeningen met overstaande hoeken. |
Uitleg.F - en Z - hoeken.
Wanneer je in een figuur twee evenwijdige lijnen ziet staan, dan moet je extra opletten. Je zou zo maar eens F-hoeken of Z-hoeken kunnen herkennen. Je ziet in de plaatjes hierboven dan F- en Z- hoeken alle kanten op kunnen voor komen. Kijk dus goed naar je figuur en zoek bij evenwijdige lijnen of je een F of Z kunt vormen.
|
..6. | F- en Z- hoeken kleuren. |
..7. | F- en Z- herkennen. |
..8. | F- en Z- hoeken noteren. |
..9. | Berekenen met F- en Z- hoeken |
..10. |
Hoeken berekenen met F- en Z- hoeken |
..11. | Bereken de gevraagde hoeken |
..12. | Bereken de hoeken. |
..13. | Bereken de hoeken. |
..14. | Bereken de hoeken. |