1H06.2 Een hoek .................................................................................................................
..9. | Benoem de hoeken. |
Bekijk de afbeelding hiernaast. Schrijf in je wiskunde schrift van ieder hoek op of het een gestrekte hoek, stompe hoek, rechte hoek of scherpe hoek is.
..10. | Hoeken in een bootje. |
Hiernaast zie je een bootje. In dit bootje zijn 7 hoeken verstopt. De hoeken hebben allemaal een hoofdletter.
..11. | Hoeken tussen de wijzers van de klok |
Als je naar een analoge klok kijkt, een analoge klok is een klok met wijzers, dan maken de wijzers van de klok ook een hoek met elkaar. Bekijk het plaatje van de zes klokken hiernaast.
Noteer in je schrift van iedere tijd of de wijzers een scherpe, stomp, rechte of gestrekte hoek met elkaar maken.
..12. | Hoeken zonder klok |
Bedenk nu zelf, als het je echt niet lukt, schets het dan in je schrift of gebruik het klokje
a. Wat voor soort hoek maken de wijzers van de klok om 2 uur 's middags?
b. Wat voor soort hoek maken de wijzers van de klok om 7 uur 's ochtends?
c. Wat voor soort hoek maken de wijzers van de klok om 9 uur 's avonds?
d. Wat voor soort hoek maken de wijzers van de klok om 5 uur 's middags?
e. Wat voor soort hoek maken de wijzers van de klok om 6 uur 's ochtends?
..13. | Benoem de hoeken. |
In de figuur hierboven zijn verschillende hoeken aangegeven. In hoekpunt A komen twee hoeken samen. Als van hoek A wordt gesproken, is niet duidelijk welke hoek bedoeld wordt: de hoek met het ruitje of de hoek met het bolletje. Daarom worden hoeken met drie letters genoteerd.
De hoek met het ruitje noteer je als ∠DAS.
De middelste letter is het hoekpunt. De buitenste letters komen in alfabetische volgorde.
De hoek met het bolletje noteer je als ∠BAS.
..14. | Benoem de hoeken. |
Bekijk de figuur hiernaast.