1H06.3 Hoeken meten - Opgaven 1 t/m 5 ...................................................................................
1 | Kennis over hoeken - I |
Neem onderstaande zinnen over in je schrift en vul op .... het juiste begrip of aantal graden in.
2 | Kennis over hoeken - II |
Je ziet driehoek ABC.
3 | Kennis over hoeken - III |
Bekijk de afbeelding hier naast.
Bij het meten van deze hoek wordt een fout gemaakt.
Schrijf in je schrift wat deze persoon verkeerd doet bij het meten van deze hoek.
Gebruik in je antwoord het begrip scherpe hoek of het begrip stompe hoek. Beide mag ook.
4 | Aflezen op de geodriehoek - I |
Hier zie je een hoek A met daarop een geodriehoek.
5 | Aflezen op de geodriehoek - II |
Lees de grootte van de volgende hoeken af, denk eerst na over de vorm van de hoek.
Driehoek A Lees het aantal graden af | Driehoek B Lees het aantal graden af |