Een voltooid deelwoord (vd) en een onvoltooid deelwoord (od) kun je als bijvoeglijk naamwoord (bn) gebruiken. Je schrijft de woorden zo kort en zo eenvoudig mogelijk. Bijvoorbeeld:
Voltooid deelwoord | Gebruikt als bijv. naamwoord |
---|---|
Het glas is gebroken. De dictator werd gehaat. |
Het gebroken glas is kapot. De gehate dictator mag niet meer komen. |
Onvoltooid deelwoord | Gebruikt als bijv. naamwoord |
---|---|
Blaffend stond de hond buiten. Het meisje is rennend weg gegaan. |
De blaffende hond stond buiten. Het rennende meisje is weg gegaan. |
Hulp nodig? Gebruik bladzijde 242 in je boek om te bepalen hoe je het werkwoord moet schrijven. De theorie kun je ook doorlezen op bladzijde 145.