Lesdoelen

  1. Ik weet aan het einde van de les wat een voltooid deelwoord en ik kan een voltooid deelwoord maken in een zin.
  2. Ik weet aan het einde van deze les wat een tegenwoordig deelwoord is en ik kan een tegenwoordig deelwoord maken in een zin.
  3. Ik weet aan het einde van deze les wanneer ik tussenletters in samenstellingen moet schrijven.