4.4 Welke hulp kunnen we bieden?
Nederland verleent, net als andere rijke landen, hulp aan ontwikkelingslanden. Dit noemen we ontwikkelingshulp.
Verschillende soorten hulp:
1. Noodhulp. Bij calamiteiten, zoals een aardbeving in Haïti of hongersnood in Ethiopië, wordt hulp verleend. Toen werd een nationale beweging gevormd om fondsen te werven, zoals Giro 555. Met dit geld werden voedsel, medicijnen en tijdelijk onderdak geregeld voor mensen in het door rampen getroffen gebied.
2. Structurele hulp. Het is beter om geen hongersnood meer te hebben. Hiervoor is steeds meer hulp nodig. U kunt dan kijken naar de redenen voor de onderontwikkeling van een land en de hulp daarop aanpassen. Vervolgens zorg je voor structurele hulp
Structuurhulp omvat:
- Niet-financiële hulp. Als de onderwijs niet goed is, bijvoorbeeld in Eritrea, help je mee op het gebied van onderwijs. Deze hulp kan bestaan uit:
* Materiële hulp: dit zijn bijvoorbeeld zaken die aan een bepaald land worden verstrekt (zoals een school of een ziekenhuis). Of machines die in fabrieken worden gebruikt.
* Immateriële hulp: dit is bijvoorbeeld hulp in de vorm van kennis. Je kunt een school bouwen, maar je moet ook voor goed onderwijs zorgen. Hiervoor moet je docenten opleiden. Artsen en verpleegsters worden opgeleid door westerse experts. Je moet mensen ook leren omgaan met de daar gebrachte machines. Kortom: mensen in ontwikkelingslanden moeten dingen leren die inkomen en welvaart kunnen vergroten. Met andere woorden, ondersteuning ter plaatse op basis van samenwerking in plaats van alleen hulp bieden.
Ontwikkelingshulp is tegenwoordig ontwikkelingssamenwerking.
3. Financiele hulp. Veel ontwikkelingslanden hebben geld nodig om essentiële producten zoals voedsel en medicijnen te importeren. Ze hebben geld nodig om onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur te verbeteren. Ze lenen geld van andere landen, banken of grote internationale organisaties, zoals de Wereldbank en het IMF (Internationaal Monetair Fonds), maar die hanteren moeilijke voorwaarden voor inkomen, uitgaven en economie. In veel arme landen is de schuld zo hoog dat ze over deze schulden de rente niet meer kunnen betalen, laat staan aflossen. Alleen schuldherstructurering kan deze landen redden. Dit kan worden gedaan door middel van zachte leningen, zoals het verlagen van de rente op bestaande leningen of het kwijtschelden van schulden. Veel landen en banken willen geen geld meer lenen aan arme landen. Arme landen kunnen alleen voor hulp terecht bij de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds.