Het meisje dat twee kampen overleefde is gebaseerd op het levensverhaal van Cecilia (Cilka) Klein. Heather Morris, schrijfster van het boek, stuitte op het levensverhaal van Cilka tijdens haar onderzoek naar de tatoeëerder van Auschwitz. Het verhaal van Cilka speelt zich vooral af in de Russische Goelag. Een aantal keren verwijst Morris naar het verleden van Cilka en naar haar tijd als Joodse gevangene in Auschwitz. Dit doet ze aan de hand van getuigenissen van mensen die haar kenden en uit haar eigen onderzoek.
In het boek lees je wat Cilka meemaakt, wat haar gevoelens zijn, welke ideeën zij heeft en welke mensen zij ontmoet gaandeweg. De situatie werd heel beeldend en duidelijk gemaakt door zinnen als: "De overgebleven gevangenen zijn ziek, uitgemergeld, of het zijn kinderen," en "(…) vochtige stinkende cel," (Morris, 2019, pp.10-13).
Hoewel het boek feiten en verslagleggingen verweeft met de ervaringen van vrouwelijke overlevenden van de Holocaust en die van de vrouwen die na de Tweede Wereldoorlog naar de Russische goelag werden gestuurd, is het een roman en geeft het niet de volledige feiten van Cilka’s leven weer. Morris geeft in haar boek ook aan dat deze historische roman een mix is tussen feiten en verzinsels.
Morris heeft Klein nooit gekend en Klein heeft, voor zover wij weten, nooit een dagboek geschreven. Ook interviewde zij de vijf personen, die Klein kende, pas zestig jaar later. Dit maakt het onmogelijk voor Morris om alle gebeurtenissen accuraat te schrijven. De gaten vulde zij op met ervaringen van andere vrouwelijke overlevenden.
Een aantal personen zijn het niet eens met de manier waarop Cilka en een aantal gebeurtenissen beschreven worden. Zo stelde Auschwitz Memorial dat het onmogelijk was dat Cilka als een seksslaaf gebruikt werd door SS-commandant Anton Taube. Taube zou een erge straf krijgen wanneer hun ‘relatie’ ontdekt zou worden (Flood, 2019). De stiefzoon van Cilka vertelde dat het verhaal niet overeenkwam met wat zij hem vertelde. Dat zij drugs stal en seks had met een hoge officier in het boek vond hij absurd (Flood, 2019). Slowaakse auteur Peter Juščák heeft zelf ook met Cilka gesproken voor haar dood. Ook hij vindt dat het boek niet accuraat is. Hij vraagt zich zelfs af of een auteur wel een biografie mag schrijven als zij niet het echte verhaal weten (Juščák, 2020).
Ondanks de vele fictieve stukken en de inaccurate delen over Cilka’s leven, baseerde Morris het boek op gedeelten van haar leven. Morris construeerde het boek op basis van getuigenissen en documenten uit het verleden. De herinneringen van de geïnterviewden en dergelijke documenten zijn altijd historisch, sociaal en cultureel beïnvloed. Een herinnering is namelijk nooit ‘alleen van jezelf’. Deze wordt namelijk mede gevormd door de sociale omgeving en de historische documenten zorgen ervoor dat de betekenis al toegekend is. Om die reden is herinneren nooit volledig objectief en autonoom (Schrijvers, 2014).
Een ander punt is dat bij het construeren van een levensverhaal gekeken wordt naar de narratieve vorm. Bij de vorming van de geschiedenis is er sprake van een aantal dingen: selectie, perspectiefkeuze, een stijlkeuze, enzovoort (Schrijvers, 2014). Het verhaal wordt dus beïnvloed door de perspectieven van de geïnterviewden.