De aanwijzend voornaamwoorden in het Nederlands zijn “dit”, “deze”, “dat” en “die”.
In het Spaans gebruikt je ook aanwijzend voornaamwoorden maar is het belangrijk dat je weet of het zelfstandig naamwoord waarnaar het verwijst mannelijk of vrouwelijk is. Ook is het belangrijk om te weten of het zelfstandig naamwoord waarnaar het verwijst in het enkelvoud of meervoud staat.
Een groot verschil met het Nederlands is dat er in in het Soaans verschil wordt gemaakt of een voorwerk "ver" of "heel ver" bij de spreker vandaan staat.
Zie de voorbeelden hieronder.
Kijk naar het onderstaande filmpje voor een heel dudelijke uitleg over het aanwijzend voornaamwoord in het Spaans.