Zoals je al heb gemerkt zijn er soms meerdere eenheden die hetzelfde aangeven. Denk bijvoorbeeld aan kg, g en mg, hierbij heb je het altijd over massa. Of aan km, m, cm, mm, hier hebben we het over afstanden.
Het is de bedoeling dat je weet hoeveel km er in een meter zit en andersom. Of hoeveel kubieke centimeter er in een liter zit en andersom. Dit heet omrekenen en daar gaan we nu op focussen.
Iets wat alle eenheden gemeen hebben is het voorvoegsel wat ze soms hebben. Denk bijvoorbeeld aan gram en meter. Als je er daar 1000 van hebt dan noem je dit een kilo --> het is ook niet raar dat 1000 meter daarom ook 1 kilometer is en 1000 gram daarom ook 1 kilogram.
Hieronder zie je een trapjetje die precies aangeeft wat voor stappen je moet zetten om van bijvoorbeeld meter naar kilometer te komen
Van hoog naar laag staat er eigenlijk het volgende:
kilometer, hectometer, decameter, meter, decimeter, centimeter, millimeter
wat je ook wel kan zeggen als:
kilometer --> duizend meter
hectometer --> honderd meter
decameter --> tien meter
meter
decimeter --> 1/10 meter
centimeter --> 1/100 meter
millimeter --> 1/1000 meter
Deze voorvoegsels kilo-, hecto-, deca-, deci-, centi- en milli- komen niet alleen voor mij beters, maar ook bij eenheden zoals grammen en secondes,
De stappen die dus in de afbeelding bij meters worden gemaakt, zijn dezelfde stappen als die je moet maken als je van kg naar g wilt of van s naar ms.
Extra oefening omrekenen met verschillende eenheden
Klik op deze link en test of je het allemaal goed begrepen hebt!