Productie van een plant

Een plant maakt glucose bij de fotosynthese.
Van de glucose maakt een plant alle stoffen waaruit hij bestaat.

Veel van die stoffen gebruiken wij als voeding.

Voedingsstoffen

Een plant maakt van glucose allerlei belangrijke voedingsstoffen.

Eiwit
Bonen bevatten meer eiwitten dan de meeste andere planten.

Koolhydraten
Aardappels zijn echte opslagplaatsen voor zetmeel.
Elke plant bevat suiker, maar de suikerbiet heeft er erg veel van.

Let op: Suiker en zetmeel zijn beide koolhydraten.

Vet
Elke plant bevat ook vetten. De cashewnoot bevat heel veel vet.

Vitaminen
Planten staan bekend om hun vitaminen.
Bij een sinaasappel denk je al snel aan vitamine C.

 

 

 

 

 

Eten van een plant

Groenten en fruit

Groenten zijn bladeren, stengels, bloemen en wortels die je kunt eten. Groenten bevatten veel vitaminen.
Sommige groenten zoals aardappelen bevatten ook zetmeel. Groenten bevatten meestal weinig vet.
Sommige groenten bestaan uit een vrucht, de aubergine bijvoorbeeld.
De meeste vruchten worden echter niet als groente maar als fruit beschouwd.

Sommige groenten zijn wat in de vergetelheid geraakt.
Je ziet ze niet vaak in de supermarkt liggen.

Wat eet je van een plant?

Aardappel: stengelknol
Andijvie: stengel en blad
Sla: blad
Bloemkool: bloem
Witlof: blad
Aubergine: vrucht
Tomaat: vrucht
Radijs: wortel
Wortel: wortel
Prei: blad
Komkommer: vrucht
Asperge: stengel
Paprika: vrucht
Maïs: zaad en vrucht
Doperwt: zaad en vrucht

 

 

 

 

Verspreiding van zaden door fruit

Vruchten bevatten over het algemeen veel suikers.
Daarmee verleiden ze dieren om hen op te eten. De dieren poepen de zaden dan weer uit en zorgen zo voor de verspreiding van zaden.
Soms zijn dieren ook gewoon slordig met hun voedsel en worden de zaden zo verspreid.

 

Noten

Noten zijn vruchten met weinig vruchtvlees.
Ze bevatten meestal één zaad. Dit is bijvoorbeeld zo bij beukennootjes, eikels en hazelnoten.
Ook zaden zoals amandelen, cashewnoten, kokosnoten, pecannoten, pinda's en walnoten rekent men vaak tot de noten.

Noten bevatten meestal veel vetten en eiwitten.
Die worden als voedsel gebruikt als het zaad ontkiemt en er een nieuw plantje groeit.

De hazelnoot is een vrucht met zeer weinig vruchtvlees, eigenlijk een zaad met een hoesje. De hazelnoten groeien aan de hazelaar.

Een pinda is een zaad. De peul bij de pinda is de houtachtige buitenkant.
Pinda’s groeien onder de grond omdat de stengel waaraan de pinda groeit, zich in de grond boort.