Klassieke grondrechten

In 1848 werd Nederland een democratie. Bij een democratie hoort een grondwet. De grondwet is de belangrijkste wet die er is. De grondwet is de basis van alle andere wetten en regelt hoe het land wordt bestuurd.


In 1948 werd door de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (afgekort; UVRM) aangenomen. In deze verklaring staan de basisrechten of grondrechten van de mens. De UVRM wordt op de hele wereld als standaard gebruikt als het over de rechten van de mensen op de wereld gaat.

Grondrechten zijn rechten die burgers kunnen inroepen tegenover de overheid. De rechten zijn sinds 1848 altijd nog steeds hetzelfde. Omdat ze al in 1848 in de grondwet stonden, noem je ze ook wel klassieke grondrechten. Klassieke grondrechten beschermen je tegen bemoeienis van de overheid. Het zijn rechten die gaan over vrijheden van de mensen.

De belangrijkste grondrechten zijn:

In Verdieping 1 leer je meer over klassieke grondrechten, wat deze rechten voor jou en voor de samenleving betekenen en met welke gevolgen. Je leert ook dat deze rechten niet onbeperkt zijn, dus dat er grenzen aan de rechten zitten en dat je daardoor rekening moet houden met anderen.

Opdracht 1 Grondrechten
Je gaat in je groepje één van de grondrechten onderzoeken. Je onderzoekt wat de grondwet betekent en wat dat voor de mensen in Nederland betekent.

Je hebt gezien in de vlogs dat er verschillende grondrechten zijn. Grondrechten gelden altijd en overal. De overheid kan ze niet zo maar van je afpakken.

We hebben allemaal vrijheid van meningsuiting, maar mag je altijd alles zeggen wat je wilt? Betekent dit dat alles mag? Of zitten er wel grenzen aan de grondrechten?

Opdracht 2 Grenzen
Er zitten zeker grenzen aan de grondrechten. Je mag niet zomaar alles zeggen wat je wilt.

Maak samen de volgende zin af:
Wij vinden het wel /niet belangrijk dat er grenzen zitten aan de vrijheid van meningsuiting, omdat ...  (eigen antwoord groep)

In Nederland is de vrijheid van meningsuiting niet onbeperkt. Je mag zeggen wat je wilt, zolang je daarbij geen andere wetten overtreedt. In de Nederlandse wet staat bijvoorbeeld dat je een ander niet mag beledigen, niet mag discrimineren of oproepen tot haat. Ook voor andere grondrechten geldt dat ze niet onbeperkt zijn: je hebt het recht zolang je er geen andere wetten mee overtreedt. Je mag in Nederland het geloof hebben wat je wilt, maar als je van het geloof dingen moet doen die volgens de wet niet mogen, dan is dat de grens.

Opdracht 3 Meer of minder?

Opdracht 4 Een rechtszaak

Wilders moest naar de rechter vanwege zijn toespraak. De kleine groepjes in de klas worden in twee grote groepen verdeeld. Dat betekent dat je niet persé in de groep komt met jouw eigen mening!

Na de voorbereiding ga je met je klasgenoten in discussie over de verschillende standpunten over de vraag: Wordt Wilders wel of niet vervolg voor zijn uitspraak?

Voorbereiding

In kleine groepje:

In groep 1 òf groep 2:

Gesprek
Gehele klas:

Na afloop van het gesprek