Op basis van de bouw en plaats in je lichaam kan het zenuwstelsel worden onderverdeeld in:
Het centrale zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel.
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Deze worden beschermd door de schedel en de wervelkolom.
De hersenen bestaan uit:
de grote hersenen ( het cerebrum)
de kleine hersenen (het cerebellum)
de tussenhersenen
de hersenstam ( deze verbindt de hersenen met het ruggenmerg)
In een volgend hoofdstuk gaan we de hersenen nader bekijken.
Het zenuwstelsel heeft belangrijke functies:
Het verwerkt zintuiglijk (sensorische) informatie: vanuit de omgeving en vanuit verschillende delen van je lichaam wordt informatie verzameld met behulp van zenuwcellen. Via deze zenuwcellen worden prikkels (impulsen) vanuit de zintuigelijke receptorten via het ruggenmerg naar de hersenen geleid.
Opnemen van informatie: de binnengekomen informatie vanuit de receptoren wordt in de hersenen verwerkt en opgenomen
Motorische coördinatie: na informatieverwerking in de hersenen worden prikkels naar spieren en klieren geleid. Daar worden ze omgezet in een toepasselijke reactie ( zoals een bepaalde actie of beweging).