Het weefsel van de hersenen kan ingedeeld worden in twee categorieën: grijze en witte stof. Beide zijn essentieel voor de werking van de hersenen, maar elk heeft zijn eigen samenstelling en functie. De grijze stof, die aan de buitenkant van de hersenen zit, bevat de cellichamen van zenuwcellen (neuronen). De witte stof, die zich in het midden van de hersenen bevindt, bestaat vooral uit de uitlopers (‘axonen’) van de zenuwcellen en speelt een belangrijke rol in het verbinden van verschillende zenuwcellen en hersengebieden. De witte stof is wit omdat axonen omgeven zijn door een vette stof, myeline, waardoor signalen sneller kunnen worden doorgegeven.