Het is lastig om te bepalen of iemand MS heeft. De ziekte heeft veel verschillende klachten en symptomen. Daarom is het nodig om, naast het verhaal dat je aan de dokter vertelt, ook andere tests te doen. Denk hierbij aan bloedonderzoek en MRI-scans. Vaak moeten de ogen onderzocht worden en is een ruggenprik nodig.
Een MRI-scan maakt een soort foto van de binnenkant van je hersenen. Hierop kunnen vlekjes in de hersenen te zien zijn, die kunnen wijzen op MS.
Bij een ruggenprik wordt er een klein beetje hersenvocht uit je ruggenmerg gezogen met een dunne, holle naald. In het laboratorium wordt dat vocht onderzocht. Als er bepaalde eiwitten in zitten, kan dat betekenen dat er ontstekingen in je hersenen zijn, wat weer te maken kan hebben met MS.
Nadat alle nodige tests zijn uitgevoerd en de neuroloog de diagnose MS heeft vastgesteld, stel je samen met de arts een behandelplan op dat past bij jouw vorm van de ziekte.