De Romeinse godsdienst

De Romeinse godsdienst.

De Romeinen hadden een polytheistische godsdienst, dat is een godsdienst die bestaat uit meerdere goden. Bij het geloof dat de Romeinen hadden waren de belangrijkste goden de staatsgoden, dat waren de goden die de staat beschermden, zoals de oppergod Jupiter, zijn vrouw Juno en zijn zoon Mars. In het hele rijk bouwde de Romeinen tempels voor hun goden, zo konden ze de goden eren.

Alle onderdanen, inwoners, van het Romeinse rijk moesten de staatsgoden en de keizer eren. Zolang ze dit deden mochten ze hun eigen cultuur houden en hun eigen meningen hebben.

Omdat veel onderdanen dus verschillende culturen hadden besloten de Romeinen om ook goden van een andere religie in hun godsdienst over te nemen, zoals Apollo van de Grieken. Volgens de Romeinen waren de belangrijkste Romeinse en Griekse goden eigenlijk dezelfde goden. zo waren bijvoorbeeld de oppergoden Jupiter en Zeus dezelfde god alleen hadden ze een andere naam. De Romeinen namen ook de goding Isis over van de Egyptenaren. Zij werd erg populair in het Romeinse rijk bij vrouwen en slaven.