Opdracht 1:
Jullie gaan in jullie eigen groepje de woordzoeker maken over social media. Belangrijk is dat jullie hierbij goed samenwerken. Jullie zijn door de docent in groepjes ingedeeld. Binnen jullie groepje gaan jullie eerst bespreken wie welke rol aanneemt tijdens het samenwerken. Je hebt bijvoorbeeld een leider, iemand die controleert, iemand die goed is in woorden opzoeken en zo kun je nog een aantal voorbeelden opnoemen.
Als de rollen verdeeld zijn binnen jullie groepje, kunnen jullie aan de slag gaan met de woordzoeker die als bestand te downloaden is bovenaan deze pagina. Deze moet je uitprinten om vervolgens op papier in te kunnen vullen. In deze woordzoeker staan woorden die met social media te maken hebben. Bewaar de woordzoeker als je klaar bent met zoeken, in opdracht 2 heb je deze woordzoeker nog een keer nodig.
Opdracht 2:
Jullie hebben nu de woordzoeker helemaal gemaakt. Het is aan jullie om de betekenis van de woorden op te zoeken. Wat betekenen deze woorden nu eigenlijk? Geef een omschrijving van elk woord en noteer dit in een Word bestand, zodat je hier nog altijd op terug kunt kijken voor de volgende opdrachten.
Verdeel ook hierin weer de taken. Jullie hebben verschillende rollen verdeeld onderling, zodat jullie optimaal kunnen samenwerken.
Opdracht 3:
Als jullie bepaalde betekenissen lastig vinden, bekijk dan met elkaar of jullie eruit komen. Zo niet, noteer deze woorden dan nog even apart of zet ze dikgedrukt in je Word document. Tijdens de nabespreking kunnen we op deze woorden terugkomen en kunnen jullie uitleg vragen over de betekenis van een woord.