Japan capituleert

Felle tegenstand

De Slag bij Okinawa veranderde het beeld wat de Verenigde Staten hadden over Japan. De slag wordt ook wel de bloedigste slag tussen Japan en de Verenigde Staten genoemd. De Japanners waren op Okinawa nog feller in de strijd dan de Amerikanen hadden meegemaakt en het heeft aan beide kanten ook voor veel doden gezorgd. Vierenegentig procent van de Japanse soldaten op Okinawa zijn gestorven. Het Japanse leger had een nieuwe mentaliteit aangenomen; hoe dichter bij het Japanse hoofdeiland de vijand komt, hoe aggressiever we gaan vechten. Het doel was om zoveel mogelijk vijandelijke soldaten mee te nemen in hun dood. Één dode Japanse soldaat zou dan gelijk staan an vijf dode Amerikaanse soldaten.

'Little boy' en 'Fat man'

Die mentaliteit liet de Amerikaanse legerleiding twijfelen aan hoe ze de oorlog moesten beëindigen. Een invasie van Japan zou betekenen dat ze nog veel meer soldaten zouden verliezen. Als de Japanners al zo fel waren op Okinawa, hoe fel zullen ze dan zijn in Tokyo? De legerleiding besloot om een nieuw wapen in te zetten, een wapen wat Japan zou dwingen tot capitulatie. Op 6 augustus 1945 werd de atoombom 'Little Boy' gedropt op de Japanse havenstad Hiroshima. 78.000 mensen stierven gelijk op het moment van de explosie. Op 9 augustus 1945 werd de tweede atoombom, genaamd 'Fat Man', gedropt boven Nagasaki. De tweede atoomexplosie ooit in een oorlog veroorzaakte 39.000 doden, veel minder dan in Hiroshima maar net zo vreselijk. Deze keuze heeft geleid tot de dood van vele onschuldige Japanse burgers maar ook tot het definitieve einde van de Tweede Wereldoorlog.

Na de Tweede Wereldoorlog bleven de Verenigde Staten en de Sovjet - Unie over als machtsblokken in de wereld. Deze 'strijd' tussen het kapitalistische Westen en het communistische Oosten zou nog jaren voortduren in wat wij vandaag de dag de 'Koude Oorlog' noemen.

De 'islandhopping' strategie van de VS