Aardbevingen, je hebt er vast weleens van gehoord, de gebeurtenis waarbij de aarde opeens als een gek begint te trillen en soms een enorme verwoesting achter kan laten. De vraag is natuurlijk hoe ontstaat een aardbeving.
Zoals je weet is het oppervlakte van de aarde opgedeeld in verschillende aardplaten en deze platen bewegen allemaal. Bij de ene plaatgrens bewegen de platen naar elkaar toe (convergent), bij de andere plaatgrens bewegen de platen weer van elkaar af (divergent) en bij weer een andere plaatbeweging schuren ze langs elkaar (transform).
Die platen zijn niet mooi glad en afgerond, overal steken punten uit en kunnen de platen in elkaar haken. Als die platen dan in elkaar haken zitten ze vast en langzaam maar zeker bouwt er steeds meer druk op, de platen gaan steeds harder tegen elkaar aan drukken. Op een gegeven moment drukken ze zo hard tegen elkaar aan dat ze los zullen schieten, BAM!!!!! Je hebt een aardbeving, de aarde beeft en trilt, gebouwen bewegen of storten zelfs in, wegen breken open en er wordt een ravage achtergelaten.
Na dat er een aarbeving is geweest kunnen er ook naschokken komen. Naschokken zijn zwakkere aardbevingen dan de eerste, maar kunnen nog steeds schade aanrichten. Gebouwen die al verzwakt zijn kunnen alsnog instorten door de naschokken die het laatste zetje zullen geven. Soms zijn er tientallen naschokken die tot enkele dagen na de aarbeving nog kunnen plaatsvinden.
Als er een grote aardbeving is geweest hoor je op het nieuws dat de beving een bepaalde kracht had. Dit geven we aan met de schaal van Richter, deze schaal loopt van 1 tot en met 12. We meten een aarbeving met een seismograaf, dit apperaat staat in verbinding met de grond en meet de trillingen die er zijn in de grond.
In deze tabel kun je zien wat een aardbeving met een bepaalde kracht van Richter aan kan richten.
De exacte plaats van de aardbeving noemen we het epicentrum, hoe verder je je van het epicentrum af bent hoe minder zwaar de schade is. Op de kaart hieronder zie je een kaartje, de rode stip op het kaartje is het epicentrum. Als je verder van de rode stip af bent, dan is er ook minder schade.