Een kopie

De vorming van nieuwe cellen gaat bij alle organismen op dezelfde manier. Eerst wordt elk chromosoom in de celkern gekopieerd. Daarna ontstaan twee kernen. Elke kern kriigt een volledige set chromosomen. Daarna deelt de cel zich, uit één cel (de moedercel) ontstaan op deze manier twee nieuwe cellen (de dochtercellen). Na de celdeling worden de dochtercellen groter, doordat de hoeveelheid cytoplasma toeneemt. Dit heet plasmagroei.

 

 

 

Celcyclus

Na de celdeling ontwikkelt een van de dochtercellen zich tot een gespecialiseerde cel
(een cel met een bepaalde functie). Als de delende cel in de spieren ligt, kan een spiercel
ontstaan. Als de cel in de huid ligt, dan zal een huidcel ontstaan.
Een gespecialiseerde cel gaat zijn functie in het lichaam uitoefenen. Hij zal zich meestal
niet meer delen. De andere dochtercel specialiseert zich niet. Uit deze cel kan bij een
volgende celdeling opnieuw een gespecialiseerde cel ontstaan.
Het terugkerende proces van celdeling, groei, en weer een nieuwe celdeling noem je de
celcyclus (zie afbeelding). De celcyclus is belangriik voor de groei en ontwikkeling van
een organísme.

 

Stamcellen

Veel lichaamscellen kunnen zich wel delen, maar slechts een beperkt aantal keren.
Sommige cellen delen zelfs nooit. Daarnaast zijn in alle weefsels van je lichaam cellen
aanwezig die zich oneindig vaak kunnen delen. Deze cellen zorgen voor groei en herstel
van de weefsels. Dit zijn de stamcellen.
De meeste stamcellen kunnen zich na deling alleen specialiseren tot cellen van het
weefsel waarin ze voorkomen. Uit een stamcel in een spier bijvoorbeeld kan alleen een
spiercel ontstaan. Maar er zijn ook stamcellen waaruit enkele verschillende typen cellen
kunnen ontstaan. Uit een stamcel in het beenmerg biivoorbeeld kan een vetcel, een
botceI of een bloedcel ontstaan.

Uit de stamcellen van een embryo (een nog niet geboren kind) kunnen alle verschillende
typen cellen ontstaan (zie afbeelding 4). Deze stamcellen heten embryonale stamcellen.