Waar de term elementen precies vandaan komt, is verhuld in de nevelen van de geschiedenis. Van de Oude Grieken en de Chinezen is bekend dat zij het begrip element gebruikten als bouwsteen voor de samenstelling van de waarneembare stoffelijke en de niet-waarneembare onstoffelijke werelden. Vanuit de Grieken is de alom bekende indeling van deze bouwstenen in de vier elementen aarde, vuur, lucht en water bekend. De Chinezen kenden nog een vijfde element metaal. Deze elementen hebben tot op de dag van vandaag een grote invloed op de denkwijzen van diverse stromingen gehad. De vier elementen komen steeds terug in artistieke afbeeldingen (zie o.a. hieronder), spellen (bv. The Witcher), tekenfilms (bv. The Legend of Ahn) en alternatieve geneeswijzen (bv. humorenleer). Er zijn fantastische afbeeldingen te vinden waarin de vier elementen uitgebeeld worden.
Met de vaststelling van de elementen probeerden de Oude Grieken (en andere volkeren) een verklaring te vinden voor het ontstaan van het Heelal en leven. Alle verschijningsvormen zouden een mengsel moeten zijn van deze vier elementen en hun onderlinge relatie (zie diagram hiernaast). In een latere versie werd het midden van het diagram als een vijfde element aangeduid: aether. Dit laatste element heeft tot in de achttiende eeuw grote invloed gehad op het denken over elementen en atomen. Het element stond voor het ongrijpbare of onzichtbare.
Zo'n 450 jaar voor Christus introduceerde een volgeling van Plato, Proclus, enkele eigenschappen van deze elementen. Deze Proclus introduceerde dus eigenlijk het begrip stofeigenschappen. Hij hanteerde de volgende eigenschappen voor de vier elementen:
Vuur | Scherp | IJl | Mobiel |
Lucht | Bot | IJl | Mobiel |
Water | Bot | Massief | Mobiel |
Aarde | Bot | Massief | Inmobiel |