'
De manier waarop het binnenste van de aarde werkt heeft een grote invloed op vulkanisme en aardbevingen. Dit komt vooral omdat de korst is verdeeld in verschillende aardplaten, deze aardplaten drijven op het binnenste van de aarde.
Als je goed op de kaart kijkt zie je dat er vooral vulkanen en aardbevingen voorkomen bij plaatgrenzen!
Er zijn twee soorten platen. Je hebt de oceanische korst (daar is zee), deze is gemaakt van basalt. Je hebt ook de continentale korst (daar is land) en deze is gemaakt van graniet. Basalt is een stuk zwaarder dan graniet. Dit zorgt ervoor dat als deze twee platen elkaar door beweging in platentektoniek tegenkomen zal de oceanische plaat altijd onder de continentale plaat schuiven. Dit noem je subductie.
Op dit plaatje zie je subductie, je ziet dat de oceanische plaat onder de continentale plaat duikt. Je ziet ook een dieper punt ontstaan, dit noemen we een trog.
Kijk dit filmpje over de Marianentrog, het diepste punt op aarde! https://www.youtube.com/watch?v=qrJ25WciKdY
Alle platen op de aarde bewegen. Er zijn drie verschillende soorten bewegingen.
1. De convergente plaatbeweging, bij deze beweging bewegen de platen naar elkaar toe, ze botsen dus recht tegen elkaar aan. Er kunnen dan twee dingen gebeuren:
- Er kan subductie ontstaan, dit komt doordat de oceanische plaat (basalt) zwaarder is dan de continentale plaat (graniet). Bij de subductie zal de oceanische plaat onder de continentale plaat duiken.
- Er kan ook een gebergte vormen. De platen botsen tegen elkaar aan en het gesteente moet ergens heen, dat is dus omhoog en langzaam maar zeker zal dat steeds een beetje hoger gaan en er ontaan bergen.
2. De divergente plaatbeweging, bij deze plaatbeweging bewegen de platen van elkaar af. Je kunt dit het beste zien bij een mid-oceanische rug. De platen bewegen uit elkaar en er komt dus magma omhoog uit de kier die ontstaat. Waar dit omhoog komt ontstaat die mid-oceanische rug. Vaak is er ook veel vulkanische actie te vinden.
3 De transforme plaatbeweging, hierbij bewegen de platen langs elkaar. Bij het langs elkaar bewegen komen die platen vaak aan elkaar vast te zitten, wanneer de platen dan weer los schieten ontstaat er een aardbeving. Er zijn dus redelijk vaak aardbevingen te vinden bij een transforme plaatbeweging.