Portugese en Spaanse cartografen maakten tijdens de expedities op zee kaarten van de nieuwe kusten. Deze kaarten waren staatsgeheim. Andere zeevaarders of andere landen mochten ze niet zien. Er viel immers veel geld te verdienen in de nieuw ontdekte gebieden.
Er stonden strenge straffen op het doorgeven van kaarten.
Aan het einde van de 16e eeuw gingen ook de Nederlanders en Engelsen op expeditie.
De cartografische kennis van de Spanjaarden en Portugezen was toen geen geheim meer.
De Piri Reis-kaart is een kaart, getekend op gazellehuid, die in 1929 door een groep historici gevonden werd. Uit onderzoek bleek dat het een echt document was dat door de Ottomaans-Turkse admiraal Piri Re'is in 1513 werd gemaakt.
Diverse zeekaarten, ook wel portolanen genaamd, waren tijdens de Middeleeuwen in omloop, accurate kaarten waarop de meest in gebruik zijnde vaarroutes, met kustlijnen, havens, doorvaarten en baaien stonden vermeld. De meeste van deze kaarten richtten zich op de Middellandse Zee, de Egeïsche Zee en andere bekende routes. Er was een eeuwenoude traditie van zeevaart op de Middellandse Zee. Deze kennis werd verzameld en bestudeerd in de grote bibliotheek van Alexandrië (Egypte). De compilatiekaarten werden gemaakt door de geografen die daar werkten.
Piri Reis gebruikte verschillende bronnen en de eigen waarnemingen die hij tijdens zijn reizen deed om de kaart te kunnen tekenen. In een aantal nota’s gaf hij aan hoe hij de kaart had samengesteld. Verbazend is dat zijn kaart ook al informatie van de reis van Christoffel Columbus bevat van nog geen twintig jaar eerder.
De Piri Reis-kaart wordt bewaard in het Topkapıpaleis in Istanbul.
De geschiedenis van de aardrijkskunde begint in de oudheid met kaarten met legende uit Babylon, hoewel de mensen in de prehistorie de hemel en de aarde al afgebeeld hadden. De Grieken maten de omtrek van de aarde en de Romeinen legden heirbanen aan. In de middeleeuwen brachten vooral de Perziërs en de Chinezen de aardrijkskunde vooruit met hun kaartprojecties. Met de ontdekkingsreizen in de nieuwe tijd werden de werelddelen Amerika en Australië van de Nieuwe Wereld ontdekt, maar pas in de nieuwste tijd werd Antarctica ontdekt. In de moderne tijd breidde de kennis enorm uit en werd ze voor iedereen digitaal toegankelijk.
In de nieuwe tijd gaven de ontdekkingsreizen nieuwe impulsen aan de aardrijkskunde: de nieuwe wereld kwam erbij en de boekdrukkunst maakte brede verspreiding van de kennis mogelijk.
In de 15e eeuw steunde Hendrik de Zeevaarder van Portugal ontdekkingsreizen langs de kust van Afrika met als doel de specerijenhandel te beheersen. Bartolomeu Dias rondde in 1488 als eerste Kaap de Goede Hoop.[74] Vasco da Gama voer in 1497 van Portugal naar Indië langs Kaap de Goede Hoop.[75]
Christoffel Columbus ontdekte in 1492 het continent Amerika.[76] Ook in 1492 vervaardigde Martin Behaim te Nürnberg zijn globe, die hij Erdapfel (aardappel) noemde, maar nog zonder het continent Amerika.[77] Erdapfel is een samentrekking van aarde en appel, want de aardappel werd net als de tomaat, de chocolade en tabak pas later in Spanje en vandaar naar de rest van Europa geïmporteerd vanuit het nieuw ontdekte continent Amerika. In 1500 ontdekte de Portugees Pedro Álvares Cabral Brazilië.[78] De Duitse cartograaf Martin Waldseemüller tekende in april 1507 zijn Waldseemüller kaart Universalis Cosmographia, waarop voor het eerst het continent Amerika voorkwam, genoemd naar de ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci.[79] Martin Waldseemuller publiceerde ook gedrukte stroken, om uit te knippen en op een bol te kleven om zo een wereldbol te vormen.
Hernán Cortés veroverde vanaf 1519 Mexico.[80] Ferdinand Magellaan zeilde in 1520 als eerste rond de wereld.[81] De Ottomaanse admiraal Piri Re'is vervaardigde in 1513 op gazellehuid de Piri Reis-kaart, waarop het continent Amerika al stond.[82] Francisco Pizarro veroverde in 1532 het rijk van de Inca's.[83]
Bernhardus Varenius schreef zijn Geographia Generalis.[84] Gerardus Mercator (1512-1594) bracht zijn wereldkaart uit en bedacht de mercatorprojectie, die navigatie vereenvoudigde, omdat een vaste koers met een rechte lijn overeenkwam.[85]Jodocus Hondius gaf de atlassen van Mercator uit. De verbreiding van de kaarten en atlassen was mogelijk doordat Gutenberg de boekdrukkunst had ingevoerd.
Abraham Ortelius (1527-1598) bracht de eerste atlas Theatrum Orbis Terrarum uit met telkens een kaart en op de achterkand de uitleg erbij.[86] Ortelius merkte in 1596 in het woord vooraf bij zijn Thesaurus Geographicus al op, dat de westkust van Afrika paste in de oostkust van Zuid-Amerika, wat leidde tot de hypothese dat ze ooit één continent geweest waren.[87]
Vanaf 1550 publiceerde Giovanni Battista Ramusio in Venetië Delle navigationi e viaggi.[88] Richard Hakluyt publiceerde in Engeland in 1528 Divers Voyages Touching the Discoverie of America en in 1600 The Principal Navigations, Voiages, Traffiques and Discoueries of the English Nation.[89] Theodoor de Bry uit Luik publiceerde India Occidentalis Westelijk Indië over Amerika en India Orientalis Oostelijk Indië over Indië.[90]
In 1590 gaf Petrus Plancius zijn kaart Orbis Terrarum Typus De Integro Multis In Locis Emendatus uit,[91] die werd opgenomen in bijbels en in de atlas Nova et exacta Terrarum Tabula geographica et hydrographica uit 1592. Willem Barentsz ontdekte Bereneiland en Spitsbergen en verkende Nova Zembla, waar hij 20 juni 1597 stierf in een vergeefse poging om de Noordoostelijke Doorvaart te vinden.[92]
In 1606 ontdekte de Nederlandse ontdekkingsreiziger Willem Janszoon met zijn schip Duyfken Australië[93], genoemd naar Terra Australis zoals al gepostuleerd in de oudheid. Jacob le Maire rondde in 1616 als eerste Kaap Hoorn.[94] In 1634 verrichtte Evangelista Torricelli zijn proef van Torricelli om de luchtdruk te meten met een kwikkolom als eerste barometer, wat het begin vormde van de weerkunde.[95] Abel Tasman ontdekte in 1642 Tasmanië en Nieuw-Zeeland.[96] De Deense ontdekkingsreiziger Vitus Bering voer in 1728 van zuid naar noord door de naar hem genoemde Beringstraat en toonde zo aan dat Azië en Amerika niet verbonden waren. James Cook leidde in 1766 tot 1776 drie ontdekkingsreizen van Engeland naar de Stille Oceaan en bracht Newfoundland in kaart.[97]
Gerardus Mercator (oorspronkelijk Gerard De Kremer of De Cremer; Latijn: Gerardus Mercator Rupelmundanus, "Gerard de Kremer van Rupelmonde") (Rupelmonde, 5 maart 1512 – Duisburg, 2 december 1594) was een cartograaf, instrumentmaker en graveur, afkomstig uit het Graafschap Vlaanderen die al tijdens zijn leven als de "Ptolemaeus van zijn tijd" beschouwd werd.[bron?] Hij paste als eerste een hoekgetrouwe kaartprojectie toe; later naar hem mercatorprojectie genoemd.
Mercator zag zichzelf veel meer als een wetenschappelijk kosmograaf, dan als iemand die met het maken en verkopen van kaarten zijn brood moest verdienen. Zijn productie bleef beperkt. Hij is bekend van een globepaar, een vijftal wandkaarten en een onvoltooide kosmografie. Daarnaast introduceerde hij het woord atlas. Dit woord omvatte destijds alle kaarten van de kosmos; dus van zowel het heelal als de aarde. Zijn producten, die Mercator voornamelijk in de Duitse Rijnstad Duisburg vervaardigde, hadden voor de latere commerciële kaartmakers in de Nederlanden een significante invloed.
Mercators successen. En dat is heel wat: de invoering van de Latijnse cursief in de cartografie, de berekening van de magnetische noodpool, de eerste voorstelling van loxodromen op globen en kaarten, het eerste gebruik van het begrip ‘atlas’ en vooral de introductie van de ‘mercatorprojectie’ met wassende breedten als betrouwbaar oriëntatiemiddel voor navigatiekaarten.