Begrippen:
Imperialisme: een staat die zijn macht vergroot over een gebied.
Imperium Romanum: Romeinse rijk in het Latijn.
Gouverneur: bestuurder
Overheid: regering
Driemanschap: afspraken tussen leiders uit het Romeinse rijk om machtige posities te verdelen.
Volkspartij: Romeinse generaals die veel steun van de bevolking krijgen.
Senaatspartij: senatoren en grootgrondbezitters die de aristocratie willen beschermen.
Dictator: alleenheerser
Augustus: titel van Octavianus dat de 'verhevene' betekent.
Personen:
Hannibal: Carthaagse generaal die het Romeinse rijk aanviel tijdens de tweede oorlog tussen het Romeinse rijk en Carthago.
Julius Caesar: Romeinse generaal en dictator.
Gnaeus Pompeius: Romeinse generaal en dictator tijdens het eerste driemanschap.
Marcus Antonius: Romeinse generaal en latere tegenstander van Octavianus.
Octavianus/Augustus: neefje van Julius Caesar en de eerste Romeinse keizer.