Romeinse burgeroorlogen

Het eerste driemanschap

Een eeuw voor onze jaartelling wordt het steeds moeilijker om nieuwe soldaten te vinden voor het Romeinse leger. Generaals gingen daarom mensen vragen om vrijwillig deel te nemen in het leger met als beloning een stuk land na hun dienst. De generaals beloonde hun soldaten en werden daardoor steeds populairder onder de bevolking, dit wordt de volkspartij genoemd. De senaat in Rome was hier niet blij mee, want bevolking steunde de generaals meer dan de senaat. De senaat wil vooral de grootgrondbezitters verdedigen, zij vormden de senaatspartij. Er ontstond een breuk in de samenleving waardoor er een burgeroorlog ontstond. Beide partijen gingen zo nu en dan met elkaar vechten. Om hier een einde aan te maken gingen belangrijke generaals samenwerken. Een voorbeeld hiervan is het eerste driemanschap van generaals Julius Caesar, Gnaeus Pompeius en Marcus Licinius Crassus. De generaals maakten afspraken met elkaar om machtige posities te verdelen in het Romeinse rijk.

 

Bekijk het filmpje over de Romeinse burgeroorlog en het eerste driemanschap voor de rest van de lesstof.

 

 

Eerste driemanschap 60 v.C.

Het tweede driemanschap

Na de moord op Julius Caesar vormt zijn achterneef, Octavianus, een tweede driemanschap samen met Marcus Antonius, een goede generaal van Caesar, en Marcus Aemilius Lepidus. Samen verslaan zij de vijanden van Julius Caesar. Al snel krijgen Ocatvianus en Marcus Antionius de meeste macht. De macht verdelen zij om het Romeinse rijk goed te kunnen besturen. Ocatavianus krijgt het westen en Marcus Antonius het oosten van het rijk.

In 32 v.C. wordt Marcus Antonius verliefd op de Cleopatra, de konining van Egypte. Samen willen zij een groot rijk stichten. Marcus Antonius verraad hiermee Ocatianus en het Romeinse rijk. Een jaar later neemt Ocavianus wraak en verslaat Marcus Antonius en Cleopatra op zee. Octavianus wordt als een held onthaald in Rome. In 27 v.C. krijgt hij de titel 'Augustus' (de verhevene). Naast de titel krijgt hij ook alle macht in het Romeinse rijk. Vanaf nu heeft één iemand alle macht en is er een einde gekomen aan de republiek. Het Romeinse rijk gaat nu verder als een keizerrijk.