Veroveringen in Italië
Tussen 350 en 270 v.C. veroverde de Romeinen steeds meer gebieden in Italië. De Romeinen sloten bondgenootschappen met de volken die rondom Rome woonden om hun eigen leger te vergroten. De volken die door de Romeinen werden veroverd moesten de Romeinen gehoorzamen. De mannen van deze volken moesten mee gaan vechten in het Romeinse leger.
In de trijdt om Zuid-Italië had de Romeinen met een gedugte tegenstander te maken. De steden in Zuid-Italië riepen de hulp in van de Griekse koning Pyrrhus. Koning Pyrrhus maakte de overtocht naar Italië en nam een leger van 25.000 soldaten mee. Koning Pyrrhus deelde zware klappen uit aan het leger van de Romeinen, maar de Romeinen veroverde rond 300 v.C. Midden- en Zuid-Italië.
Veroveringen Middellands Zeegebied
Na het veroveren van de Italiaanse laars richtte Rome zijn pijlen op het gebied rond de Middellandse Zee. Het Romeinse rijk (imperium Romanum) was niet het enige rijk dat zijn macht wilde uitbreiden. De grootste rivaal van het Romeinse rijk was Cathago, een stad aan de Noord-Afrikaanse kust. Deze stad had een groot gebied in de Middellandse Zee in handen. Naast de Noord-Afrikaanse kust hoorde ook het zuid-oosten van Spanje, Sicilië en de kust van Sardinië en Corsica bij het rijk van Carthago.
In 264 v.C. begon de eerste oorlog tussen Rome en Carthago. Deze oorlog duurde tot 241 v.C. en het was niet duidelijk wie de oorlog nou ging winnen. De tweede oorlog tussen 218-201 v.C. zorgde voor schrik bij de Romeinen, want de Carthaagse generaal Hannibal trok met een groot leger en olifanten over de Alpen richting Rome. Hannibel had tijdens zijn tocht op weg naar Rome verschillende Romeinse legers verslagen. Hannibal stond aan de poorten van Rome, maar de Romeinen waren te sterk op zee waardoor het leger van Hannibal niet meer kon worden bevoorraad. Hannibal ging hierdoor terug naar Carthago.
De Romeinen hadden een trauma opgelopen, want hun grote rijk was bijna verslagen. Niet iedereen kon dit trauma achter zich laten. Jaren lang stuurde een groep Romeinse senatoren, onderleiding van Cato, er op aan om Carthago te vernietigen. In 146 v.C. kregen zij hun zin en werd Carthago vernietigd. Carthago werd een Romeinse provincie net zoals Spanje, wat ook bij Carthago hoorde. In het zelfde jaar werd na Carthago ook Griekenland veroverd. Door de verovering van Griekenland werd de Griekse cultuur door het Romeinse rijk verspreid. Twee jaar eerder werd Macedonië veroverd. De nieuwe pronvincies vormden een nieuwe grens van het Romeinse rijk, wat de Romeinen stevig verdedigde. De nieuwe provincies werden bestuurd door een gouverneur uit het Romeinse rijk. De gouveneur bestuurde de provincie en zorgde ervoor dat de onderdanen belasting betaalde aan de overheid, de Romeinse regering.
De Romeinen deden aan imperialisme, wat het veroveren van een groot gebied door een staat betekent. De Romeinse veroveringen bleven niet alleen bij het Middellandse Zeegebied, in de jaren na deze veroveringen trokken de Romeinen steeds verder Europa in.