In deze opdrachten kruip je in de huid van iemand uit de periode van de tweede wereld oorlog. Je gaat proberen hun gevoels gedachte en leven op papier te zetten.
Je mag kiezen tussen opdracht 1 en 2.
Opdracht 1
Je kruipt in de huid van een Joodse gevangene in kamp Westerbork. Je schrijft in ca. 500 á 600 woorden een brief aan je familie die is achtergebleven. Je vertelt over de ervaringen, werkzaamheden en gevoelens die je beleeft in het kamp. Je schrijft deze brief aan je familie, hier mag je informeel taalgebruik bij gebruiken Gebruik minimaal 3 bronnen.
Opdracht 2
Je kruipt in de huid van de kampcommandant in kamp Westerbork. Je schrijft in ca. 500 á 600 woorden een brief aan je opperbevelhebber. Je vertelt over de hoe het gaat met de Joden, hoe je ze behandelt en welk werk je ze laat verrichten. je schrijft deze brief dus naar een collega in het leger, gebruik formeel taalgebruik. Gebruik minimaal 3 bronnen.