In Nederland worden kinderen gevaccineerd tegen een aantal infectieziekten (zie afbeelding 6). Dit heet het Rijksvaccinatieprogramma. Hierdoor komen ziekten waar kinderen vroeger aan dood gingen of blijvende schade aan overhielden, zoals polio en mazelen, vrijwel niet meer voor in Nederland.
Om de bevolking als geheel te beschermen is bij sommige ziekten een hoge vaccinatiegraad nodig. Bij mazelen bijvoorbeeld is een vaccinatiegraad van 95% nodig om ervoor te zorgen dat de ziekte zich niet kan verspreiden onder de bevolking. Dat betekent dat 95% van alle kinderen ingeënt moet zijn.
Het komt voor dat ouders hun kinderen niet (volledig) willen laten inenten. De reden kan zijn dat hun geloof het niet toestaat, of dat ze te weinig kennis hebben over vaccineren. Ze denken bijvoorbeeld dat een vaccin niet nodig is of niet veilig. Als de vaccinatiegraad te ver daalt, kunnen (jonge) niet-ingeënte kinderen dodelijk ziek worden.
Vergeet de kennisclip niet om te kijken voor extra uitleg!