Week 1: Je eigen kennis inventariseren:
Filmpjes over hechting
https://youtu.be/_O60TYAIgC4 Film Harlows monkeys
Opdracht 1 C&O thema 3 Week 1 Het doel van deze opdracht is dat je je voorkennis over baby’s opfrist.
Beantwoord de volgende vragen naar eigen inzicht: 1 Heb je ervaring met baby’s? Pas je bijvoorbeeld wel eens op baby’s en heb je ze wel eens verzorgd? 2 Hoe vind je het om baby’s te verzorgen? 3 Speel je wel eens met hen? 4 Probeer je wel eens een reactie bij een baby uit te lokken? Hoe doe je dat dan en hoe reageert de baby? 5 Waarom denk je dat het zin heeft om met baby’s te praten of liedjes voor hen te zingen? 6 Heb je wel eens meegemaakt dat een baby eenkennig was? Hoe reageer je dan?
Uitleg eindopdracht: Je gaat in groepjes van 3 tot 4 personen onderzoeken hoe je je doelgroep over een bepaald onderwerk/thema kunt voorlichten. Dit gaan jullie presenteren in de klas. De presentatie moet interactief zijn. Je kunt de presentatie op verschillen manieren uitvoeren. Bv. Met beeldende middelen, folders, poppenkast enz. Het moet origineel zijn. De presentaties vinden plaats in week 7,8 ( uitloop week 9). Gebruik ter voorbereiding het materiaal in de lessenserie: Matrix seksuele en relationele vorming. Hier kun je per levensfase zien welke kennis, vaardigheden en attitudes het kind zou moeten hebben.
De volgende thema’s kan je gebruiken: - “Zwangerschap” hoe leg je dat uit aan een kind? - praten met een kind over relatie, vriendschap en seksualiteit - verliefdheid, liefdesverdriet - homoseksuele ouders, hoe ga je daarmee om? - ongewenst aanraken Je mag een ander thema gebruiken in overleg met je docent. Je plan moet eerst goedgekeurd worden door de docent |
Week 2: Artikel “raak me aan"
Vragen over seksuele ontwikkeling: Kun je in je eigen woorden uitleggen wat je kunt doen om de seksuele ontwikkeling bij baby’s op een positieve manier te beïnvloeden?
- Maak groepjes van vier personen. - Wijs een woordvoerder aan. - De groepjes discussiëren ± tien minuten over de stelling:
‘Je moet baby’s zoveel mogelijk met rust laten want anders raken ze maar overstuur’.
- De woordvoerder doet verslag van de discussie in de groep.
|
Week 3:
Werkmodel: seksuele opvoeding Gedrag van de kinderen Stap 1: breng het gedrag in kaart. Geef antwoord op de volgende vragen: 1. Past het seksueel getinte gedrag binnen de seksuele ontwikkeling en bij de leeftijd van het kind? 2. Is het gedrag schadelijk voor het kind zelf, een ander kind of de groep? Is er bijvoorbeeld sprake van dwang or gevaar? 3. Is het gedrag veilig en verantwoord voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de betrokken kinderen? 4. Zijn met het seksueel getinte gedrag regels van de opvang overschreden? 5. Heeft het kind problemen die het gedrag kunnen verklaren?
Stap 2: Reageer op gewenst of grensoverschrijdend gedrag 1. Spreek het kind aan en benoem het positieve of grensoverschrijdende gedrag. 2. Geef aan wat jij van het gedrag vindt. Keur bij grensoverschrijdend gedrag niet het kind af, alleen het gedrag. 3. Herinner het kind aan de regels van de opvang 4. Vertel bij grensoverschrijdend gedrag dat je wilt dat het gedrag stopt. 5. Bied het kind alternatieven. Vertel welk gedrag je wel wilt zien. 6. Afhankelijk van de leeftijd van het kind vertel je over het waarom van de regels. 7. Informeer de ouders over de situatie, indien nodig. Let hierbij op dat je het grensoverschrijdende gedrag niet ‘erger’ maakt dan het was.
Vragen van kinderen Stap 1: Denk na over de vraag die het kind stelt 1. Past de vraag binnen de seksuele ontwikkeling en bij de leeftijd van het kind? 2. Is het een vraag waarop je antwoord kunt geven of is de vraag te persoonlijk of te intiem? 3. Kun je direct op de vraag ingaan of is het beter om op een ander moment op de vraag terug te komen?
Stap 2: Reageer op de vraag van het kind 1. Reageer altijd op de vraag van het kind. Negeer een vraag dus nooit. 2. Geef je zelf antwoord op de vraag of verwijs je het kind naar een collega? 3. Geef je direct antwoord op de vraag of kom je daar later op terug? 4. Geef positieve informatie. Welk antwoord ga je het kind geven? Formuleer het antwoord. Gebruik je hierbij voorlichtingsmaterialen?
In gesprek met de ouders 1. Geef informatie over de seksuele ontwikkeling. 2. Leg uit dat seksueel getint gedrag van kinderen normaal gedrag is. 3. Vraag ho de ouders thuis omgaan met vragen en seksueel getint gedrag van hun kind. 4. Vertel wat het beleid van de opvang is en hoe jullie hieraan invulling geven. 5. Sta achter het beleid, maar sluit- indien mogelijk- aan bij de individuele wensen van ouders.
Casus : Seksuele ontwikkeling Baby en peuter (0-4 jaar) Opdracht: gewenst of grensoverschrijdend. Lees onderstaande casussen. Deze casussen ga je bespreken aan de hand van het werkmodel “Seksuele opvoeding”.
Casus 1 Een peuter vraagt aan jou hoe een baby in de buik komt
Casus 2 Een peuter wrijft voor het slapen gaan met haar knuffel tussen haar benen. Je ziet dat dat voor het meisje heel ontspannen werkt. Na ongeveer tien minuten valt ze rustig in slaap.
Casus 3 Jan, een peuter van 3 jaar, laat je trots zijn stijve piemeltje zien.
Casus 4 Sabrina, een kind van 1,5 jaar, wordt opgehaald door haar vader. Ze komt afscheid van je nemen en wil je een kus op de mond geven.
Casus 5 Het is warm weer. Een peuter van 2 jaar wil geen zwemluier aan. Ze wil lekker in haar blootje in het badje.
Casus 6 Sander is een peuter die niet bij een pedagogisch medewerker op schoot wil. Als je hem aanraakt, reageert hij verschrikt.
Casus 7 Ouders willen niet dat jij als pedagogisch medewerker hun baby knuffelt. De baby is vier dagen per week bij jullie op de groep.
Casus: seksuele ontwikkeling kleuter (4-6 jaar) Opdracht: gewenst of grensoverschrijdend. Lees de theorie en lees onderstaande casussen. Deze casussen ga je bespreken aan de hand van het werkmodel “Seksuele opvoeding”.
Casus 1 Anne van 6 jaar speelt vadertje en moedertje in de huishoek met Daan en Lisa. Lisa moet het kind spelen. Daan en Anne zijn de vader en moeder. Je hoort Anne tegen Daan zeggen dat hij boven op haar moet komen liggen, want dan krijgen ze een baby. Ze kijkt en ziet dat Anne de pop onder haar trui aan het stoppen is. Casus 2 Finn van 4 jaar is verliefd op zijn vriend Peter. De oudere kinderen op de bso lachen de jongens hierom uit. Ze schelden hem uit voor homo. Finn komt huilend bij je.
Casus 3 Een jongetje van 5 jaar vertelt je dat hij ‘gepiemeld’ heeft met zijn vriendjes. Je vraagt hem wat ‘piemelen’ is. Hij vertel je dat hij en twee vriendjes in de bosjes tegen elkaars piemel hebben gewreven.
Casus 4 Jaap van 5 jaar houdt erg van stoeien. Als pedagogisch medewerker weet jij dat dit een manier is waarop jongens graag hun lichamelijkheid uiten. Op zich heb jij hiermee geen problemen. Het zit je echter niet lekker dat Lucas tijdens een stoeipartij probeert zoveel mogelijk aan je borsten te zitten.
Casus 5 Fatima van 5 jaar vraagt hoe een baby in de buik komt.
Casus 6 Alexander van 4 jaar zit aan tafel te eten. Ondertussen zit hij met één hand in zijn onderbroek. Hij is helemaal afwezig en vergeet te eten.
Casus 7 Lotte en Roel spelen samen in de verkleedhoek. Lotte is de dokter en Roel is de patiënt. Omdat Roel erg ziek is, moet dokter Lotte hem goed onderzoeken. Lotte is de dokterskleren aan het aantrekken. Ze zegt tegen Roel dat hij zich moet uitkleden, anders kan de dokter hem niet onderzoeken.
|
Week 4:
Casus: seksuele ontwikkeling jonge schoolkind ( 6-9 jaar) Opdracht: Lees onderstaande casussen. Deze casussen ga je bespreken aan de hand van het werkmodel ‘Seksuele opvoeding’. Casus 1 Rick van 8 jaar vraagt hoe een baby uit de buik komt.
Casus 2 Elise van 6 jaar vraagt je wat ‘ongesteld’ is.
Casus 3 Anneke van 7 jaar vertelt ze dat ze haar ouders welk eens heeft zien vrijen.
Casus 4 Erik van 8 jaar hangt op de BSO voor de televisie. Ondertussen friemelt hij gedachteloos in zijn onderbroek.
Casus 5 Jij hebt vorige week op de BSO het boek ‘Waar was ik voor ik er was?’ voorgelezen. Nu staat er een boze moeder voor je neus. Je vindt seksuele voorlichting een taak van de ouders en niet van de kinderopvang. Bovendien zijn de ouders gelovig en willen ze niet dat hun kind ‘al van alles’ over seks te horen krijgen.
Casus 6 Joren en Anna zijn dikke vrienden. Als ze de kans krijgen spelen ze met elkaar. Ze zeggen dat ze verliefd op elkaar zijn en later gaan trouwen. Ze stoeien graag met elkaar. Op een gegeven moment gaat het stoeien over in knuffelen en kussen.
Casus 7 Sandra van 7 jaar komt je vertellen dat de kinderen op school hebben gezegd dat er een kinderlokker rondrijdt.
Casus: seksuele ontwikkeling oudere schoolkind ( 9-12 jaar) Opdracht: lees de theorie en onderstaande casussen. Deze ga je bespreken aan de hand van hert werkmodel ‘Seksuele opvoeding’.
Casus 1 Een ouder stelt je de vraag of ze hun zoon van 9 jaar moeten voorbereiden op de puberteit.
Casus 2 Een ouder stelt je de vraag of ze hun dochter van 9 jaar moeten voorbereiden op de puberteit of dat ze daarmee nog even moeten wachten.
Casus 3 Tijdens het buitenspelen op de BSO hoor je dat kinderen elkaar voor ‘homo’ uitschelden.
Casus 4 Je hebt de kinderen bij school opgehaald en loopt met hen naar de BSO. Op de stoel zien ze een condoom liggen. Sommige kinderen willen het condoom graag van dichtbij bekijken. Anderen lopen lachend door.
Casus 5 Een groep meiden van 11 jaar stelt jou allerlei vragen over seks. Ze stellen ook persoonlijke vragen. Ze willen weten wanneer jij voor het eerst ging tongzoenen en wanneer je voor het laatste seks hebt gehad.
Casus 6 Je merkt dat een groepje jongens op de BSO op pornosites probeert te komen. Op jullie beveiligde computer wil dat niet lukken. Je hoort hen zeggen dat het bij een van de jongens thuis welk lukt. Ze spreken af om in het weekend samen bij hem te gaan computeren.
Casus 7 De wc-deur zit op slot. Twee oudere kinderen zijn al een tijdje binnen
Eigen ervaringen met seksuele opvoeding Algemene opdrachten: Schrijf in steekwoorden op wat voor jou seksualiteit betekent en praat er daar na gezamenlijk over aan de hand van de volgende vragen:
-1 welke gevoelen roept dit bij je op? -2 heb je seksuele voorlichting gehad? Van wie en waarover ging het? -3 wanneer werd je jezelf bewust van seksuele gevoelens als kind? -4 welke ideeën over seksualiteit heb je meegekregen in je opvoeding? -5 beïnvloedt je eigen opvoeding hoe je nu reageert op seksueel getint gedrag? Hoe? -6 wat zou je kinderen/jongeren willen meegeven wat betreft seksualiteit? -7 is er in je instelling een visie t.a.v. de begeleiding bij de seksuele ontwikkeling van het kind/jongere?
|