Voor de beoordeling van de halsbespiering kijk je naar de bovenlijn van de hals die dankzij bespiering een lichte welving moet tonen. (Niet te verwarren met opgeslagen vet in de manenkam!) De gewenste vorm van de hals, die bestaat uit een ronde bovenlijn en een fijne uitsnijding van de onderlijn naar het boeggewricht toe, wordt niet bepaald door botten, maar door weke delen waaronder de spieren. Ongewenst is een zware bespiering aan de onderzijde van de hals of een hals die niet zo mooi is uitsneden vanuit de borst. Deze verschijnselen hoeven echter niet onoverkomelijk te zijn, als de vorm, lengte en bespiering van de bovenlijn aan de eisen voldoen. Een lichte welvende (dus zeker geen ‘holle’ bovenlijn) en voldoende lengte naar het hoofd toe maken het rijden voor paard en ruiter een stuk gemakkelijker. De mate van bespiering is ook op negatieve en positieve manier te beïnvloeden door de wijze van rijden. Onderstaande afbeeldingen lichten dit toe.





