Stand voorbenen

Zoals al onder het kopje over de romprichting is te zien, in een afbeelding, bestaat het voorbeen uit meer dan alleen het onderarmbeen, voorknie, pijpbeen en de kootbeentjes. In de praktijk wordt er echter vaak afzonderlijk gekeken naar de schouder en het voorbeen. Regelmatig wordt daarbij zelfs het opperarmbeen in de beoordeling weggelaten. Dit heeft te maken met het feit dat de schouder en het opperarmbeen tegen de buitenkant van de borstkas aanliggen en dus lijkt het alsof het bovenste deel van het voorbeen onderdeel uitmaakt van de romp. Echter in het voorbeen zitten vanaf de schouder naar beneden gezien een aantal hoeken die cruciaal zijn voor de stand en het gebruik van het voorbeen

Voorbeeld van een onderstandig onderbeen en een steile schouder.

In het kopje over de ligging van de schouder kan je al het een en ander lezen over de hoek die de schouder moet maken met het opperarmbeen. Deze hoek moet 90⁰ zijn. Bij een kleinere hoek spreken we van een ‘boegig’ paard. Het paard krijgt dan te veel boeg voor zich en is er sprake van een onderstandig voorbeen.

Onderstandigheid kan je op het lineair score formulier aankruisen indien het aanwezig is.

 

Ingesnoerde pijp

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een andere afwijking die op het lineair score formulier bij de stand van het voorbeen kan worden aangemerkt is een ingesnoerde pijp. Je ziet dan dat het pijpbeen van de zijkant gezien naar boven toe minder diep wordt. Dit is minder wenselijk omdat de pijp de voorknie dan minder goed kan ondersteunen. Het hoeft echter geen gevolgen te hebben voor de waardering in de bovenbalk!

Alle hoeken in het voorbeen staan in nauwe onderlinge relatie. Als je één hoek zou kunnen veranderen, zou dat direct gevolgen hebben voor de andere hoeken. Normaal opgesteld moet het voorbeen nagenoeg loodrecht op de bodem staan. Van nature is deze lijn een heel klein beetje schuin naar achteren, maar als dat te ver doorslaat spreken we weer van de eerder genoemde onderstandigheid.

De onderarm en het pijpbeen moeten dus precies in elkaars verlengde liggen zodat het onderbeen makkelijk opgetild en weggezet kan worden. Het draait immers in de paardensport om beweging ofwel prestaties leveren en hiervoor is duurzaamheid en gezondheid natuurlijk heel belangrijk. Bij het beoordelen van de stand van het voorbeen wordt er daarom gelet op afwijkingen die deze duurzaamheid in de weg kunnen staan.

Een bokbenig voorbeen is een voorbeen waarin er een (lichte) knik naar voren in de voorknie te zien is. Dit kan van nature aanwezig zijn maar kan ook ontstaan door een verslapping van de strekpezen.

Bij een hol voorbeen zie je een (lichte) knik naar achteren in de voorknie. Beide afwijkingen kunnen vroegtijdige slijtage veroorzaken. Denk maar eens aan de landing van een springpaard. Hierbij komt de volle kracht van de sprong over een hindernis met een klap op het voorbeen terecht. Het zijn dan juist de weke delen als de banden en de pezen die dan extra belast worden.

Bokbenig

Hol in de knieën

Bokbenigheid bij het veulen