Het formulier begint met de onderdelen conditie, mond en hoofd. Over de conditie en de mond is al eerder in dit boek het een en ander geschreven. Deze onderdelen worden samen met het hoofd niet gescoord omdat ze geen invloed hebben op het verrichtingsvermogen van een paard. Het nauwkeurig bekijken van het hoofd is echter zeker de moeite waard omdat de vorm en de grootte evenals de uitdrukking veel kan vertellen over adel, raszuiverheid, temperament en karakter van het paard. Bij een hengst of een merrie kan je aan de uitdrukking van het hoofd het geslacht aflezen. Het hoofd van een hengst is meestal iets groter en grover en zwaarder in de kaken. De merrie heeft over het algemeen een fijner en droger hoofd dan de hengst en de aangezichtsschedel is smaller. De ruinen, zeker als ze vroeg zijn gecastreerd, benaderen in vorm en uitdrukking meestal de merrie.
Sommige hoofdvormen zijn zeer ras-typisch. Paarden die Arabisch bloed in zich hebben, hebben vaak een concave neuslijn, de bovenste schedelpartij is in verhouding tot de aangezichtsschedel sterk ontwikkeld, het voorhoofd breed en gewelfd, de kaken zijn betrekkelijk licht, de keelgang wijd, de verbinding met de hals fijn. De oren zijn klein, de ogen groot, levendig en iets naar voren staand, de neusgaten groot en wijd.
Nakomelingen van Berbers en Iberisch paard hebben vaak een ramshoofd, met een convexe neuslijn en een opvallend lange aangezichtsschedel.

NB! De ogen van een paard worden niet op het lineair score formulier vermeld maar zeggen wel veel over het karakter en temperament van een paard. Zelfs een leek ziet vaak al of een oog klein of groot is, levendig of onverschillig, zacht of boosaardig, vurig of dof, vertrouwelijk of angstig. Een groot vurig oog zie je vaak edel gefokte paarden dit in tegenstelling tot de minder edele paarden die vaak een klein, wat verscholen oog hebben. Het beoordelen van de uitdrukking van de ogen van een paard bijvoorbeeld veel informatie opleveren voor het maken van de juiste match tussen paard en (nieuwe) ruiter.