Op het lineair score formulier heb je een onderbalk en een bovenbalk. De onderbalk constateert en de bovenbalk waardeert. Er moet altijd een samenhang zijn tussen de boven en onderbalk. De bovenbalk vertelt wat voor een paard het echt is, dus duidelijk waarneembaar en meetbaar. Het constaterende deel moet kunnen verklaren waarom de bovenbalk tot een bepaalde conclusie komt.
Het gemiddelde (de score E) geeft het gemiddelde van alle KWPN- paarden weer. De meeste paarden zullen rond de E liggen zodanig dat 68% van alle paarden met hun scores tussen de score D en F liggen. Nu is het niet zo dat E het ideaalbeeld is, het is het gemiddelde van de gehele populatie, dus van alle geregistreerde KWPN paarden. Deze spreiding wordt door de inspecteurs aangebracht zodat de (kleine) verschillen voldoende uit elkaar getrokken kunnen worden. Zijn er geen verschillen dan zijn alle dieren gelijk en is er geen verbetering meer te behalen.
Lineair scoreformulier Dressuur
Lineair scoreformulier Springen
Lineair scoreformulier Gelders paard
Lineair scoreformulier Tuigpaard
Lineair scoreformulier thuiskeuring exterieur incl. stap en draf