par 3

Aan het einde van de les kan je:

 

De geluidssterkte geeft aan hoe hard het geluid is dat door de geluidsbron wordt geproduceerd.

Amplitude = de afstand tussen het midden van de trilling en hun uiterste stand. Het is de maximale uitwijking van de golfbeweging.

 

 

 

De geluidssterkte wordt gemeten in decibel (dB)

Je meet dit met een geluidssterkte meter of decibelmeter. Ook zijn er apps waarmee je het kan meten.

 

Als je het aantal geluidsbronnen verdubbelt, wordt het geluid niet twee keer zo luid.

Hoe groot het aantal decibel wel wordt kan je berekenen door:

Als het aantal geluidsbronnen 2x zo groot wordt, neemt de geluidssterkte met 3dB toe.

 

Opdracht 1:

Er zijn 2 leerlingen in de klas aan het praten. Deze produceren een geluidsterkte van 60 dB. De rest van de klas komt binnen en begint ook te praten. Nu zijn er 16 leerlingen aan het praten.

Welke geluidssterkte wordt er gemeten?

â– Gebruik de GGO methode. Vergeet je formule en eenheden niet.

 

G: 2 leerlingen = 60 dB

G: 16 leerlingen = ? dB

O:

Als het aantal geluidsbronnen 2x zo groot wordt, neemt de geluidssterkte met 3dB toe.

2 leerlingen = 60 dB

4 leerlingen = 60 + 3 = 63 dB

8 leerlingen = 63 + 3 = 66 dB

16 leerlingen = 66 + 3 = 69 dB

 

De 16 leerlingen produceren een geluidssterkte van 69 dB.