Bij 4.2 gaan we weer aan de slag met een grammatica onderdeel, dat vorig jaar al eens behandelt is. Der Plural betekent namelijk het meervoud.
Voor het gebruik van der Plural zijn er 5 standaardregels en een hele hoop uitzonderingen.
In het begin houden we ons nog even aan de standaardregels, daarna maken we een klein uitstapje naar de uitzonderingen.
De meervoud in het Duits gaat altijd met die!
Als een woord eindigt op -er, -el, -en, -chen of -lein blijft de meervoudsvorm hetzelfde!
Als een woord eindigt op -e komt er in de meervoudsvorm een +n bij!
Bij de meeste der/das woorden wordt de meervoud gevormd met +e!
Bij de sommige mannelijke woorden komt er ook nog een umlaut op de a/o/u!
Bij die woorden komt er een -en of -n achter het woord te staan in de meervoudsvorm!
Eindigt het woord op in, dan komt er -nen achter te staan!
Er zijn in het Duits echter ontzettend veel uitzonderingen met het maken van der Plural. Daarom is het zo dat je de meeste meervoudsvormen uit je hoofd moet leren. Wil je toch nog een stap verder gaan zijn nog enkele extra regels, die het vormen van der Plural wat makkelijker maken.
Der woorden die eindigen op -e, -ent, -ist of -on krijgen geen umlaut, maar wel +en, +n !
Die woorden met één lettergreep krijgen in de meervoudsvorm umlaut +e !
Sommige das woorden krijgen in de meervoudsvorm Umlaut +er ! LEER DEZE MEERVOUDSVORM!
Woorden die eindigen op -a, -o, -i, -u of -y krijgen in de meervoudsvorm +s !