Bij het vorige thema hebben we voor het eerst kennis gemaakt met de Ein- Gruppe. Deze is net iets anders als de der/die/das Gruppe. Ter herhaling nog eens de tabellen van het vorige thema.
Der/die/das Gruppe | M | V | O | MV |
nominativ | der | die | das | die |
Akkusativ | den | die | das | die |
Ein Gruppe | M | V | O | MV |
nominativ | ein | eine | ein | keine |
akkusativ | einen | eine | ein | keine |
Ook hebben we het vorige thema gehad over de akkusativ vormen van de Personalpronomen:
Nominativ | akkusativ | |
ik | ich | mich |
jij | du | dich |
hij | er | ihn |
zij ev | sie | sie |
het | es | es |
wij | wir | uns |
jullie | ihr | euch |
zij mv | sie | sie |
u | Sie | Sie |
We hebben het echter nog niet gehad over het bezittelijk voornaamwoord. Oftewel die Possessivpronomen.
In het Nederlands gebruiken we namelijk regelmatig vormen zoals. mijn hond of jouw boek of haar schrift. Woorden zoals mijn/jouw of haar geven namelijk een bezit aan.
Ziel 1: Bekijk het filmpje en vul de Possessivpronomen op de juiste plek in de tabel in. Ze komen in volgorde voorbij.
Nederlands | Duits (der/das) | Duits (die/die) |
mijn | ||
jouw | ||
zijn | ||
haar | ||
zijn (het) | ||
onze | ||
jullie | ||
hun | ||
uw |
Je hebt nu de Duitse vormen van de Possessivpronomen ingevuld. Nu is het alleen belangrijk om te weten hoe je ze gaat toepassen in zinnen. De Possesivpronomen horen namelijk bij de Ein- Gruppe. (Zie Tabel bovenin.) Dat houdt in dat je bij sommige woorden andere combinaties krijgt:
Het woord wat achter de Possessivpronom staat bepaalt dus of er nog een -E of -EN achter moet komen te staan.
Ziel 2: Controleer of je de Possessivpronomen begrijpt door de volgende opdracht in te vullen. Kijk dus eerst weer goed of het woord mannelijk/vrouwelijk/onzijdig of meervoud is om te zien wat er achter moet komen te staan.