Men gaat er vanuit dat de oefenopdrachten meerdere keren/momenten worden uitgevoerd:
oefenopdracht 4:
Bij deze opdracht bespreek je jouw taken en taakverdeling. Je sluit
aan bij een overlegmoment waarbij je een knelpunt bespreekt. Dit knelpunt heb jij zelf
gesignaleerd tijdens het uitvoeren van jouw taken. Je denkt en werkt actief mee aan
mogelijke oplossingen waarbij je duidelijk en doelgericht communiceert.
oefenopdracht 8:
In overleg kies je vier werkzaamheden uit die jij uitvoert en evalueert. Deze evaluatie is gericht op zowel proces als product waarbij je feedback van begeleider(s), kinderen en eventueel ouders betrekt. Na het analyseren van al deze gegevens trek je conclusies over jouw functioneren waarbij je tips en tops benoemt. Al deze informatie verwerk je in een evaluatieverslag. Waarbij je een realistisch voorstel benoemd, gericht op verbetering en/of verandering van de werkzaamheden.
oefenopdracht 13
Voor deze oefenopdracht onderzoek jij welke individuele leer- /ontwikkelingsproblemen zich voordoen bij een leerling en bedenk je twee specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten, inclusief passende leermaterialen. Je maakt hiervoor een lesplan/lesvoorbereiding en biedt de activiteiten aan waarbij je de leerling begeleidt en ondersteunt. Na afloop schrijf je een evaluatieverslag.
Uiteraard mogen alle eerste versies in 1 bundel/verslag