Op deze pagina:
In de vorige kopjes kun je informatie over de present simple en de present continuous vinden, maar deze twee tijden worden ook vaak samen en door elkaar gebruikt. Hier kun je zien wat het verschil tussen beide tijden is, hoe je ze door elkaar gebruikt en hoe je het verschil kan zien.
Present simple versus present continuous
I usually have breakfast in the kitchen.
They always take the bus to school.
Je gebruikt de present simple (tegenwoordige tijd) bij feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen.
I’m chatting with my uncle in America right now.
It’s raining at the moment.
Je gebruikt de present continuous (duurvorm) om te zeggen dat iets nu aan de gang is of dat iemand iets nu aan het doen is.
Katy’s brother organises school parties.
(Het organiseren van schoolfeesten is zijn taak.)
Katy’s brother is organising a field trip for his team.
(Hij is nu iets anders aan het organiseren, bijvoorbeeld in zijn vrije tijd.)
Let op! De verschillende tijden drukken beide dus iets anders uit, zoals te zien is in de eerste en tweede voorbeeldzin.