1BK - Present continuous

Op deze pagina:

  1. Uitleg
  2. Powerpoint
  3. Oefeningen

 

Om de present continuous te kunnen gebruiken, moet je eerst het werkwoord 'to be' (zijn) kennen. 'to be' is een beetje een bijzonder werkwoord, omdat het drie verschillende vormen heeft, afhankelijk van over wie je het hebt. Hieronder kun je dat zien:

ik ben I am
jij bent you are

hij

is he is
zij is she is
het is it is
wij zijn we are
jullie zijn you (mv) are
zij (mv) zijn they are

 

Bij de present continuous begin je namelijk altijd met de vorm van 'to be'.

Namelijk: to be (am/is/are) + stam + ing

Je gebruikt de present continuous als je iets wil zeggen dat nu aan de gang is. In het Nederlands gebruik je vaak het woordje 'aan'. Aan het lopen, aan het zingen, aan het uitleggen etc. Iets waar je een nu mee bezig bent, maar het duurt wel even. Het is niet een hele korte actie, je bent er even mee bezig.

1BK - present continuous