Op deze pagina:
Give her the money if you see her.
Geef haar het geld als je haar ziet. (onzeker)
Give her the money when you see her.
Geef haar het geld wanneer je haar ziet. (zeker)
If betekent ‘als’ of ‘indien’. If geeft een voorwaarde aan. Je gebruikt if wanneer je niet zeker weet of iets gaat gebeuren. When betekent ‘toen’, ‘wanneer’ of ‘als’. Je gebruikt when wanneer je wel zeker weet dat iets gaat gebeuren.