Nederland had misschien een achterstand op stoommachines en de Engelse economie, toch kwamen er uiteindelijk een paar bedrijven op die belangrijk waren in de wereld.
Een paar voorbeelden zijn Shell, Unilever, en Philips
Shell kwam voort uit twee oliemaatschappijen die niet wilden concurreren met elkaar; zo zouden ze nooit groot in de wereld worden. Geen concurrentie, maar fusie was de uitweg. Uit de twee bedrijven ontstond Shell, en zo werden ze één van de belangrijkste oliebedrijven in de wereld, zelfs tot nu!
Ook Unilever had vóór het wereldsucces last van burenruzie. Zo zie je maar dat het soms handig is om niet in eigen land de grootste willen zijn, maar samen te werken en zo nog groter kunt worden.
Deze bedrijven zorgden voor een groeiende economie, maar Nederland haalde Engeland nooit meer in op het gebied van productie.