De tocht naar Canossa

De strijd kwam pas echt tot uitbarsting in 1075 tussen de Rooms-Duitse keizer Hendrik IV en paus Gregorius VII. De twee mannen maakten het elkaar niet gemakkelijk en bemoeiden zich dan ook erg met elkaar. De paus bemoeide zich namelijk met oorlogen, waardoor het gezag van de koning ondermijd werd en aan de andere kant had Hendrik IV een bisschop van Milaan benoemd en dat was dan ook de druppel die de emmer deed overlopen. De paus had deze bisschop dan ook in de ban gedaan, oftewel die heeft hem uit de kerkelijke gemeenschap uitgestoten. Paus Gregorius VII ging hiermee ook gelijk aan de slag en schreef het document “Dictatus Papae”, hierin stond dat alleen kerk bisschoppen mocht aanstellen en stelde dat de paus hoger stond omdat de paus de namelijk de keizer ook kroonde.

Hendrik IV was hier erg boos over en vond dan ook dat de paus afgezet moest worden. Als reactie deed Gregorius Hendrik zelf ook in de ban, dus nu was de keizer uit de kerkelijke gemeenschap gezet. Hier was Hendrik totaal niet blij mee en het maakte ook zijn positie onmogelijk. Hendrik zou dan niet meer naar de hemel gaan maar naar de hel. Dit zorgde ervoor dat ook zijn leenmannen hem niet meer erkende. Daarom wilde Hendrik zich weer aan de paus onderwerpen en zijn excuses aanbieden zodat hij weer in de kerkelijke gemeenschap kon komen.

Hendrik trok dus in 1077 naar het plaatsje Canossa in Italië, waar de paus verbleef. Eenmaal aangekomen liet de paus Hendrik niet direct binnen. Hij liet Hendrik zelfs drie dagen buiten in de sneeuw wachten om hem belachelijk te maken, maar Hendrik hield vol. De paus ontving hem uiteindelijk na drie dagen, maar dit betekende niet het einde van de investituurstrijd want die laaide na een paar jaar weer op.




 

 

Paus Gregorius VII

Keizer Hendrik IV

Hendrik IV vraagt Mathilde van Toscane in Canossa of ze een goed woordje voor hem wil doen bij paus Gregorius VII