Het idee van de tweezwaardenleer is in de middeleeuwen ontstaan. Het idee gaat dat de wereld door god in twee machten is verdeeld. Namelijk een geestelijke macht en een wereldlijke macht. Elk van deze machten konden rechtspreken binnen zijn gebied.
Deze leer is bedacht door paus Gelasius (492-496). Het idee kwam oorspronkelijk uit de de bijbel, waarin Jezus gezegd zou hebben "Geef de keizer wat des keizers is en de Heer wat des Heren is". De twee machten hoorden niet tegen elkaar vechten, maar moesten elkaar juist versterken. De wereldlijke macht gaat volgens Gelasius over zaken tussen personen, zoals diefstal, rechten, plichten en de geestelijke macht gaat dan juist over zaken die te maken hebben met het geloof.
In theorie was dit een mooie leer, maar later blijkt het dat het in de praktijk toch niet werkte.
In middeleeuwen kwam deze leer ook terug in de standensamenleving maar kwam er een stand bij. Je had dan natuurlijk de geestelijke, de adel en dan ook de burgers/boeren.