Voornaamwoorden. Gereedschapskist deel 2

Benodigd gereedschap:
- Je moet weten wat taalkundig ontleden is.
- Je moet weten wat voornaamwoorden zijn (zie wikiwijs gereedschapskist voornaamwoorden, deel 1).
- Je kunt de volgende vier voornaamwoorden in een zin herkennen: persoonlijk, bezittelijk, aanwijzend en vragend voornaamwoord.
Toekomstig gereedschap:
Je leert:
- wat het verschil is tussen een wederkerend en wederkerig voornaamwoord en kunt ze in een zin herkennen.
- hoe je een betrekkelijk voornaamwoord in een zin goed gebruikt.
- wat een onbepaald voornaamwoord is en hoe je het in een zin herkent.

Vul je gereedschapskist opnieuw met:
Aanwijzend voornaamwoord
- staan meestal meteen voor zelfstandig naamwoord.
- kunnen ook zelfstandig in de zin staan. Bijvoorbeeld: Neem jij DIE dan neem ik DEZE.
- vier belangrijkste aanwijzend voornaamwoorden: die,deze, dit, dat.
Vragend voornaamwoord
- vragend voornaamwoorden staan meestal vooraan in een vraagzin.
- ze kunnen ook in het midden van een zin staan. Maak de zin vragend dan komt het vraagwoord meestal vooraan te staan.
- ze verwijzen naar iets of iemand.