3.5 Het parlement controleert

Je hebt in de vorige paragraven geleerd hoe een regering en kabinet gevormd wordt en wie er in de regering en het kabinet zitten. Het kabinet met zijn ministers en staatssecretarissen besturen het land. Dit heeft voornamelijk betrekking op de tweede kamer.
In Nederland, zoals je misschien al weet, hebben wij ook een eerste kamer. De eerste en tweede kamer vormen samen het parlement. Alle 75 leden van de eerste kamer en 150 leden van de tweede kamer beslissen mee met de nieuwe wet- en regelgeving voor maatschappelijke problemen.

Eerst worden er in de tweede kamer wetsvoorstellen gemaakt. Deze worden voornamelijk door de ministers gemaakt, maar kunnen door ieder kamerlid worden voorgesteld. Dit noemen we het recht van inititief.  Hierna gaan de leden van de tweede kamer hierover debatteren. De leden krijgen het recht van amendement. Dit houdt in dat zij delen van het wetsvoorstel mogen aanpassen wanneer zij hier niet mee eens zijn. Nadat dit is gedaan worden de leden van de tweede kamer gevraagd om te stemmen over het nieuwe wetsvoorstel. Bij een meerderheid, dus minimaal 76 stemmen, gaat het wetsvoorstel door naar de eerste kamer. Hier gaan zij nogmaals kijken naar het nieuwe wetsvoorstel. Zij mogen echter geen nieuwe aanpassingen maken. Wel gaan zij een laatste keer checken of de nieuwe wet niet in strijd is met andere wetten en afspraken die met andere landen zijn gemaakt. Hierna stemmen zij of het wetsvoorstel wel of niet wordt aangenomen. Ook hier moeten zij de meerderheid krijgen om de nieuwe wet aan te nemen. Wanneer de nieuwe wet door zowel de tweede als de eerste kamer is goedgekeurd, dan zetten de koning en de betrokken minister hun handtekening onder de nieuwe wet. Als laatst wordt deze wet op de officiĆ«le site van de overheid gepubliceerd zodat iedereen in Nederland dit kan opzoeken.

 

Ga door naar de volgende dia.