In dit hoofdstuk ga je alles leren over het voortplantingsorgaan van de plant; bloemen. Tijdens het werken aan dit hoofdstuk werk je aan de volgende leerdoelen:
· Je weet uit welke onderdelen de bloem is opgebouwd en welke rol de verschillende onderdelen spelen bij de voortplanting
· Je kent de onderdelen en diens functie van de mannelijke- en vrouwelijke voortplantingsorganen van de plant
· Je kan beschrijven of benoemen in een afbeelding hoe de stuifmeelkorrel bij de eicel komt
· Je weet wat bevruchting is
· Je kan de verschillen tussen een insectenbloem en een windbloem benoemen
· Je kan beschrijven hoe zaden ontstaan
· Je kan beschrijven hoe zaden worden verspreid door de wind en door dieren
Je gaat werken aan twee opdrachten. De eerste opdracht is onderzoeken hoe bloemen eruit zien en hoe zij zich voortplanten. In het practicum leer je de onderdelen van de bloem herkennen. Je gaat aan de volgende vaardigheden werken:
Je kan nieuwe manieren bedenken om iets te maken
Je kan een alternatief bedenken als iets niet lukt
Je kan voortborduren op de ideeën van iemand anders
Je kan je werkplek netjes achterlaten
Je kan volgens de regels een biologische tekening maken
Je kan de tekeningen van een klasgenoot kritisch beoordelen
Je kan zorgvuldig omgaan met practicummateriaal
Je kan goede keuzes maken en uitleggen waarom je deze keuzes maakt