In dit hoofdstuk leer je hoe we alle levende wezens hebben ingedeeld. Je bestudeerd verschillende soorten cellen en je leert uit welke onderdelen de cellen bestaan. Aan het einde van het hoofdstuk beheers je de volgende leerdoelen:
Je kent de 4 verschillende rijken en hun verschillen
Je kent de 7 levenskenmerken
Je weet wanneer 2 organismen tot dezelfde soort behoren
Je kent de onderdelen en diens functie van de schimmelcel
Je kent de onderdelen en diens functie van de bacteriecel
Je kent de onderdelen en diens functie van de dierlijke cel
Je kent de onderdelen en diens functie van de plantencel
Tijdens dit hoofdstuk ga je werken met de microscoop. Aan het einde van dit hoofdstuk beheers je de volgende vaardigheidsdoelen:
Je kan de verschillende onderdelen en diens functie van de microscoop benoemen
Je kan onder begeleiding van de docent de microscoop scherpstellen met de rode- en met de gele knop
Je kan onder begeleiding van de docent een preparaat maken
Je kan op de juiste wijze een microscoop opruimen
Je kan de verschillende onderdelen van een biologische tekening benoemen
Je weet waar je de eisen voor de biologische tekening kan vinden en kan deze eisen interpreteren
Je maakt gebruik van de tekenregels en je tekent met strakke lijnen
Je kan de biologische tekening van een klasgenoot kritisch beoordelen aan de hand van een beoordelingsformulier
In onderstaande documenten en linkjes kun je de theorie en oefeningen vinden die horen bij dit hoofdstuk. De oefeningen helpen je om de theorie goed te beheersen.