Goede (en simpele) feedback is opgebouwd uit drie elementen:
Ik + mijn gevoelens en gedachten + gedrag van de ander!
Ook al formuleer je je feedback op de goede manier, dan nog kan die hard aankomen en niet welkom zijn. Mensen beschermen zich graag tegen onaangename gevoelens, zeker als die hun zelfbeeld raken. Ze gaan dan in de verdediging. De meest voorkomende verdedigingsreacties zijn:
Ontkenning: in reactie op je feedback ontkent de ander dat hij het gezegd of gedaan heeft. Bijvoorbeeld: ‘Nee hoor, dat heb ik helemaal niet gezegd,’ of ‘nee hoor, zo ging het helemaal niet.’
Verdringing: in reactie op je feedback zegt de ander dat hij het zich niet meer kan herinneren of dat hij het is vergeten. Ook is het mogelijk dat de ander zegt, dat niet hij het was, maar iemand anders.
Rationalisatie: in reactie op je feedback gaat de ander een uitleg of verklaring geven, of hij bedenkt een smoes, bijvoorbeeld: ‘Ja, maar ik kon er niets aan doen. Want toen ik … toen kwam hij... en daardoor…’
Projectie: in reactie op je feedback speelt de ander de bal terug of hij geeft iemand anders de schuld. Bijvoorbeeld: ‘Ik heb het jou zelf ook wel eens zien doen,’ of ‘jij doet toch ook weleens iets verkeerd,’ of ‘als jij het eerder tegen me had gezegd, dan had ik…’ of ‘het komt omdat zij…’
Reageert de ander met een verdedigingsreactie, dan heeft het geen zin om maar door te gaan met je feedback.
De ander zal pas naar je luisteren, als hij zich gehoord voelt. Ga jij toch door met het geven van feedback, dan zal hij met nóg sterkere verdedigingsreacties reageren. De kans is groot dat jij nog meer je best doet om duidelijk te maken wat je bedoelt. Daarom is het altijd het beste om rustig te blijven. Lukt je dat niet? Laat de feedback dan even rusten en kom er later nog eens op terug.