Opdracht 3.

Met deze opdracht ga je aan de hand van een onderzoek op straat laten zien dat je een groot aantal begrippen uit de woordenlijst en een aantal vaardigheden voor wiskunde beheerst. Film alles wat je voor deze opdrachten doet of vraag iemand anders om dat te doen.

  1. Meet op straat een afstand van 100 meter af, opgedeeld in 4 stukken van 25 meter. Markeer duidelijk start, 25m, 50m, 75m en finish met bijvoorbeeld tape of krijt.
  2. Zet om de 25 meter iemand met een stopwatch en vraag of deze mensen zich even voorstellen voor het filmpje dat je maakt. Hun gezicht hoeft daarbij niet in beeld als ze dat niet willen.
  3. Ren de afstand zo snel mogelijk en noteer de tijd die je er over doet in seconden. Doe dat bij 25 meter, 50 meter, 75 meter en 100 meter.
  4. Ren achteruit de afstand zo snel mogelijk en noteer de tijd die je er over doet in seconden. Doe dat weer bij 25 meter, 50 meter, 75 meter en 100 meter.
  5. Verzin zelf een manier om de afstand op een ongewone manier af te leggen en noteer de tijd die je er over doet in seconden, weer bij 25 meter, 50 meter, 75 meter en 100 meter.
  6. Bedank de personen die de tijd hebben opgenomen voor hun medewerking.
  7. Bereken voor alle 'wedstrijd'-manieren jouw gemiddelde snelheid over de afgelegde 100 meter in m/s en in km/u.
  8. Maak een tabel met alle gegevens. Neem voor de afstand 0, 25, 50, 75 en 100 meter en zet de bijbehorende tijden in seconden voor de verschillende 'wedstrijden' er bij. Je kunt daarvoor het voorbeeld onderaan deze bladzijde gebruiken.
  9. Teken in één assenstelsel de grafieken van alle drie de 'wedstrijden'. Zet op de y-as de afstand in meters en op de x-as de tijd in seconden. Gebruik verschillende kleuren voor de verschillende 'wedstrijden'.
  10. Bereken jouw gemiddelde snelheid over de totale 100 meter van de drie 'wedstrijden' in meters per seconde.
  11. Teken de lineaire grafiek van deze gemiddelde snelheid in een apart assenstelsel. Zet op de y-as weer de afstand in meters en op de x-as de tijd in seconden.
  12. Hoort de grafiek van de gemiddelde snelheid bij een rechtevenredig verband? Waarom wel of waarom niet?
  13. Stel de lineaire formule op bij de grafiek van jouw gemiddelde snelheid. Neem voor de afstand de letter A en voor de tijd in seconden de letter s. Wat is het begingetal en wat is het hellingsgetal?
  14. Bereken met de formule hoeveel afstand jij gemiddeld afgelegd zou hebben na 1 minuut.
  15. Bereken de gemiddelde snelheid van iemand die 12% sneller is dan jij.
  16. Zal de grafiek van deze persoon stijler of minder stijl zijn dan jouw grafiek? Leg uit waarom.
  17. Teken de grafiek van de persoon die gemiddeld 12% sneller is dan jij in het assenstelsel van opdracht 11.
  18. Monteer de beelden die je hebt opgenomen tot een filmpje van tussen de 2 en 5 minuten en zet dat in de map wiskunde van Seesaw.
  19. Stuur mevrouw Jonkman een bericht in Teams dat je het filmpje hebt ingeleverd en vraag haar om feedback.
  20. Verwerk indien nodig de feedback en zet een screenshot van de comment van mevrouw Jonkman in het document dat je bijdhoudt van deze quest.