* Je kunt benoemen wat een democratie is.
* Je kunt regeringsvormen benoemen.
* Je kunt de drie bestuurslagen in Nederland benomen.
* Je kent de organisaties binnen de verschillende bestuurslagen.
* Je kent de chronologische volgorde van het ontstaan van de Europese Unie (met jaartallen).
* Leerlingen kunnen de taken van de verschillende organen van de Europese Unie benoemen.